Gaven van de Heilige Geest
Vele gaven, één Geest
12 1 Broeders en zusters, over de gaven van de Geest wil ik u het volgende zeggen.
De schrijvers van deze brief, de beroemde Paulus en zijn medeondertekenaar Sostenes, zijn nog steeds bezig met een opsomming van zaken die ze aan de kaak willen stellen. Een aantal dingen was hen ter ore gekomen, eerste hoofdstuk: “Ik hoorde van Cloe…….over gedoe bij jullie.” Hij heeft van God Zelf dingen op zijn hart gekregen tegen de kerk te zeggen. Hij begint delen in de brief met: “Nu over de dingen waar jullie mij over geschreven hebben…”
(1 Kor.7:1) En vandaag dus, hoofdstuk 12, over de gaven van de Heilige Geest.
2 Zoals u weet was u in de tijd dat u nog heidenen was volledig in de ban van goden die taal noch teken geven. 3 Daarom zeg ik u nadrukkelijk: niemand kan ooit door toedoen van de Geest van God zeggen: ‘Vervloekt is Jezus,’ en niemand kan ooit zeggen: ‘Jezus is de Heer,’ behalve door toedoen van de heilige Geest.
Je WAS heiden. Nu niet meer! En je WAS volledig in de ban van goden, afgoden, denk aan de boodschap van 2 weken geleden, die niets konden zeggen! Nu niet meer! En in het derde vers, halverwege het scherm, niemand kan door Gods Geest zeggen: “Vervloekt is Jezus” en niemand kan zeggen, dikgedrukt onderaan: “Jezus is Heer” anders dan door de Geest. En ik vroeg me af: “Meneer Paulus. We zouden het toch over gaven van de Heilige Geest hebben? Gaat u ons nu nog vertellen hoe dat nou zit met doden die opstaan uit de dood? Kankergezwellen die verdwijnen doordat iemand met de gave van genezing ervoor bidt? Gaat u nog uitleggen hoe het zit dat ik stok oude profetieën over mijn leven heb die nog niet vervuld zijn? Hoe zit dat met tongentaal? Ook een gave. “Come to the point, please!”
Trots
Maar eerst kom ik weer met de ballon aan. De ballon die symbolisch is voor de toestand in de kerk in Korinthe. En al studerende in de brieven geschreven door Paulus, Sostenes en Timotheus, de brieven Korintiërs, in onze Bijbels, al studerende ben ik meer en meer tot de conclusie gekomen dat het in onze kerken niet veel beter is. Deze ballon heb ik twee weken geleden uitgelegd, staat voor de opgeblazenheid die kennis met zich meebrengt. Trots. Dat je het al weet (denk maar aan blaaskaak). Dat je er al bent. Dat je het beter weet dan een ander. Dat je al mooi bent. Wat nou een prekenserie met de naam “Steeds mooier”. Die ballon staat voor eenvoudige ouderwetse trots. Als je Korintiërs bestudeert kom je tot de conclusie dat er heel wat trots en betweterigheid was in de kerk in Korinthe. Dus net als in de kerken vandaag de dag. Dat is geen hogere wiskunde. En we zullen zo gaan zien wat er ten aanzien van de Gaven van Geest allemaal te zeggen is. En vooral de in Hoofdstuk 14 genoemde tongentaal en profetie waren een bron van gedoe in deze kerk. Het was een kakofonie van lawaai en van mensen die wel wisten hoe het allemaal zat met “Leven door de Geest”. Hoofdstuk 14 ga ik vandaag niet ver op in. Dat gaat met name over drie zaken: Tongentaal en profetie en de samenkomst. En dan vooral hoe die twee dienen te gebeuren in de samenkomst. En hoofdstuk 14 lijkt door zijn oproep tot orde en vrede, dus niet allemaal de hele tijd in tongen bidden (dus ook niet afschaffen!!) en niet de hele tijd profeteren, twee of drie staat er in Hoofdstuk 14 vers 29. Op een manier waar iedereen wat aan heeft, erdoor wordt opgebouwd en bemoedigd. En in hoofdstuk 14 staat dat vrouwen hun mond moeten houden in de samenkomst. Maar thuis zich moet laten onderwijzen door hun man. Zoals de wet het voorschrijft. Het is nuttig hier bij stil te staan, want in hoofdstuk 11 ging het over hoofdbedekking van de vrouw terwijl ze in de samenkomst profeteert! Dus helemaal niet stil is of stil moet zijn! Ten eerste was dit een wet in de Romeinse cultuur. De Romeinse overheersers. Griekse cultuur werden vrouwen verheven en konden ze juist de baas zijn. Onder de Romeinse overheersing was dit over en waren ze een soort tweederangs burger geworden. In dat licht was juist de oproep om thuis wel het onderwijs mee te krijgen al iets dat tegen die overheersing heen ging. Plus dat hoofdstuk 14 duidelijk laat zien dat het zonder Paulus’ advies eigenlijk maar een wanordelijke toestand was. Het is dus ook niet uitgesloten dat vrouwen hier volop aan mee deden en Paulus de Romeinse wet van zwijgen gebruikte om rust in de tent te krijgen. Oftewel: Vrouwen hebben gaven, hebben daar hun mond voor gekregen en moeten die gebruiken. Teksten die raar geïnterpreteerd zijn door de jaren en eeuwen, over het zwijgen, moet je in balans houden met teksten waarin vrouwen wél spreken, leiding geven. Denk al aan Spreuken waarin de schrijver zijn zoon oproept het onderwijs van zijn moeder te volgen. Dat gaat niet alleen over kleuterschool…
Dit over 1 Korintiërs hoofdstuk 14.
En hier aan het begin van dit onderwerp is het alsof de schrijvers ons willen laten weten, “Joh, jullie denken dat jullie heel geestelijk zijn? Jullie denken dat jullie er al zijn? Jullie denken met al dat geestelijk gedoe dat je de Heilige Geest bezit en anderen niet? Newsflash! Mensen die zeggen dat Jezus koning is, Heer is, hebben de Heilige Geest, anders zouden ze dat nooit kunnen zeggen! Dus hoe ga je om met je broeders en zusters, ook in andere kerken die niet van het profeteren, tongentaal, het genezen etc. zijn? Denk er eens over na. Ik heb, dit is echt waar, ik heb altijd een “klik” met mensen die zeggen “Jezus is Heer”. Mensen die geloven dat de Here Jezus God is. Die geloven dat Hij hun Redder is. Die geloven dat Hij terugkomt. Die geloven dat Hij een nieuwe hemel en een nieuwe aarde maakt! Ik herken Gods Geest in hen aan het werk. Of ze nu niet gedoopt, als baby gedoopt, als kind gedoopt, liggend gedoopt, zittend gedoopt in de Geest gedoopt (er is een doop in de Geest, dat geloven wij) hoe dan ook gedoopt. In Jezus geloven kan niet zonder Heilige Geest. Onthoud dit als je met andere broeders en zusters bent. Als we samenkomen met de Marcuskerk. Ik herinner me nog zo goed een preek over de Heilige Geest waarin gesteld werd dat een geloof zonder Heilige Geest een “dood” geloof is. En eigenlijk, volgens de definitie van de spreker, geen geloof is. Het goede van de preek, het was geen slechte preek trouwens, was dat het opriep tot meer van de Geest. Tot een levend geloof. Het slechte is: Het was louter trots! Paulus zou met deze woorden, onder op het scherm hebben kunnen zeggen: “Joh, heel goed dat jullie mensen dopen met de Heilige Geest, er is zeker meer van de Geest, er zijn gaven van de Geest, strek je daar naar uit. Maar serieus? Al het andere dood? Alsof dat niets is? Hoe verzin je het? Denk je dat jij er al bent of zo? Zonder Heilige Geest kan niemand zeggen dat Jezus Heer is!” Die trots, net als twee weken geleden, net als iedere boodschap in deze serie, die trots, moet sterven. Die opgeklopte lucht, moet eruit. BAM!!!
Trots ten aanzien van andere christenen. Mensen waren in groepjes, vonden zich heel geestelijk en daar zat iets in van neerbuigendheid ten aanzien van anderen. Maar die ander heeft wel degelijk de Geest, anders kon hij niet geloven!
Andere geloven/religies
Een heel andere trots, maar toch ook degelijk trots, is je houding jegens andere geloven, mensen die niet Jezus kennen: Joodse mensen of Moslims bijvoorbeeld. Cornelius, een Romeins soldaat. Geen jood. Er staat niets van dat hij een proseliet was àdat is een niet jood die zich bekeerd heeft tot het joodse geloof. Hij geloofde en bad tot God. Petrus moest zijn trots, zijn interpretatie van de Bijbel à namelijk dat hij niet mocht eten met een Romein, laten varen om het Evangelie te verkondigen bij Cornelius. En Cornelius kwam tot geloof en leidde zijn heel huis tot de Heer (Hand.10).
Er was een zendeling die ergens was waar zijn werk niet veel succes had. Hij had hulp van een echtpaar, maar na anderhalf jaar hielden ze het voor gezien en gingen naar een ander continent. Met een ferry, een schip, over de zee. Weg. De zendeling verlaat het echtpaar daar in de vreemde en het echtpaar ontmoet een man. Iemand die God geloofd. Iemand die God dient. Heel veel begreep deze man jammer genoeg nog niet. Maar dit echtpaar had net als Petrus geleerd niet trots te zijn. Ze hadden ook geleerd hun huis open te stellen, een logé in huis te nemen. Ze hadden geleerd dat je dat iets kost. Soms even niet Netflixen. Of je boek uitlezen. Of met je vrouw op de bank. Ze hadden geen opsmuk zo van: “Jij bent niet goed wijs met je geloof, wij zijn de échte gelovigen”, “wij zijn goede christenen”, “wij zijn al mooi”. Nee. Ze namen hem bij zich onder hun hoede. En deze vrouw en deze man, dit echtpaar, onderwezen stap voor stap deze man in alles wat het volgen van Jezus inhoudt. Discipelschap. Je hoort wel eens van één op één discipelschap, dit was twee op één discipelschap! Je hoort wel eens dat vrouwen niet mogen onderwijzen, niet gezaghoudend mogen preken, niet een man mogen onderwijzen, hier was een vrouw die haar gaven gebruikte om een man, die van God hield, maar daar hield het mee op, om een man, samen met haar echtgenoot alles te leren wat de Weg van de Heer, wat het volgen van Jezus inhoudt. Dit gebeurde allemaal na die tijd dat ze als echtpaar hadden samengewerkt met die zendeling op dat verre continent, in dat verre land. Waar hun werk wel één grote mislukking leek. Nádat ze de benen hadden genomen en als echtpaar samen met die zendeling over zee hier in den vreemde waren terecht gekomen. En hier, in niemandsland, laten ze al hun opsmuk varen, laten ze alle trots (als dat er al was) varen, als je in een ander gebied, een ander land komt dan helpt je dat een toontje lager te zingen, je bent ineens afhankelijk van een stuk goedheid, gastvrijheid, van dat vreemde land. En ze nemen iemand bij de hand in de weg van de Here Jezus en deze man, gaat naar die plek, waar hun bediening om mensen met het Evangelie van Jezus te bereiken weinig succesvol was geweest, en deze man is door Gods genade, doordat God door hem heen werkt, doordat God hem succes geeft, in staat om zelfs de moeilijke groep mensen uit te leggen dat Jezus de Messias is. De lang beloofde, en langverwachte verlosser en redder in de wereld.
Ik heb het over Handelingen 18 en 19. Die zendeling was Paulus. Het echtpaar was Priscilla en Aquilla. Die man was Appollos. Die kerk waar Paulus en het echtpaar niet veel succes hadden maar later Appollos veel meer. Was in Korinthe, Griekenland, precies waar we het over hebben.
Het punt is eenvoudig: Ten aanzien van andere christenen, andere gelovigen, andere geloven zelfs. Als je je klein maakt, je trots laat varen kan en wil God je gebruiken om hen verder op te bouwen en kan dit een enorme impact hebben. Paulus, Petrus, Priscilla en Aquilla, maakten zichzelf klein, nederig en hadden een grote impact. Het lijkt hen weinig uit te maken hoe “goed” je bent. “Wat” (jood, heiden, Paulus legt het Evangelie uit midden tussen de afgoden in Athene) je precies gelooft. Het lijkt hen niet uit te maken “Hoe” laag ze moeten gaan om jou bij de hand te nemen en verder te helpen in jouw reis met Jezus.
Vraag: Kunt u dat? Kan jij dat? Hoe laag kun je gaan? In het meenemen van anderen?
De gelovigen in Korinthe dachten dat ze er al waren, vonden zich heel geestelijk, maar let wel, ook die mensen die “minder” geestelijk zijn zijn christenen. Doe dus niet zo trots, zo opgeblazen. Denk daaraan als je met andere gelovigen omgaat. En neem ook die houding aan bij mensen met een ander geloof.
Heeft dit met de titel van de preek te maken, de gaven van de geest? Ja! Want het gaat om het opbouwen van de kerk! Hoe bouw je de kerk? Door mensen op te bouwen! En daar is deze houding noodzakelijk voor!
Opbouw van de kerk
4 Er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest; 5 er zijn verschillende dienende taken, maar er is één Heer; 6 er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt. 7 In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente.
Beginnen bij het einde. Ten bate van de gemeente. Oftewel opbouw van de kerk. Iedereen hier weet dat gemeente hetzelfde is als kerk. Komt van het woord Ecclesia, de bijeen geroepenen, de uit de wereld geroepenen. De mensen bij elkaar die samen het volk van God vormen. Het lichaam van Jezus vormen. De bruid van Jezus zijn. En al die gaven van de Heilige Geest is er ten bate van. Want, onderste regel, wát is dan die baat? Baat betekent: Profijt, gunst, winst en opbrengst. Wát is die baat? Ten bate van de gemeente, van de kerk? Wat is de opbrengst? In het boek Efeziërs wordt duidelijk neergezet dat bedieningen als die van apostel, profeet of evangelist (de eerste twee worden verderop in dit hoofdstuk óók genoemd, vers 28) er zijn om de kerk, die groep mensen dus, op te bouwen. Ook gaven, gaven in de vorm van complete mensen die aan de kerk zijn gegeven. Deze gaven zijn ook daarvoor. Moet er iets worden opgebouwd? Ja! In Efeziërs hoofdstuk 4:
11 En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, 12 om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd, 13 totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus.
Pas was ik de cursusleider op LEAD. De ene dag was Stef Liston de leraar en de andere dag was Emmanuel Oliveiro uit Groningen de leraar. En ik vond dat we een erg goede tijd hadden. En Stef tekende uit wat er eigenlijk bedoeld wordt met het feit dat de kerk, Gods volk, Jezus’ bruid, volwassen moet worden en tot beeltenis van Jezus. We zijn naar Gods beeld geschapen, door de zonde zijn we een stuk minder aantrekkelijk geworden en door Jezus worden we opnieuw geboren groeien we naar het beeld, naar gelijkenis van Jezus. Tot volle wasdom, tot volwassenheid, tot gelijkenis van Christus. Van Jezus dus. En voor dat proces, voor die groei, die tot zijn volheid, volwassenheid, tot zijn voleindiging komt in Openbaringen waar de ontelbare menigte zingt, we hebben het woensdag gezongen: “Zij onze God!” Voor dát proces gebruikt Hij u en gebruikt Hij mij en gebruikt Hij ook jij. En heeft Hij een ieder gaven van de Geest, de Heilige Geest is God, gegeven om dit te kunnen doen.
1 Kor 12 vers 4. Gaven van de geest als profetie? Het dienen, vers 5, door praktisch mensen bijstand te verlenen, een laminaatvloer te leggen voor iemand die dit niet kan? Vers 6, bijzondere uitingen van kracht? Ik denk aan een conferentie van Newfrontiers leiders waar de gastspreker kromgebukt onder Gods aanwezigheid, onder Gods zalving, voor mensen aan het bidden was en “fire” riep! En mensen vlogen tegen de grond. In eerste instantie dacht ik: “Wat gebeurt hier?” Maar de tastbare aanwezigheid van God, Zijn vrede, overtuigde mij ervan dat dit van de Heer was. Van dagelijkse praktijk als profetie (als je charismatisch bent) en het dienen in praktische zin tot de bijzondere uitingen van kracht, vers 7, onderaan op scherm, de Heilige Geest is zichtbaar in iedereen aan het werk om de kerk op te bouwen. (wijzen plaatje bruid), en dan volgt een opsomming van gaven. Praktische zaken, kennisoverdrachtelijke zaken en wonderen al la Elia. Vers 8 t/m 10 op scherm.
- Wijsheid verkondigen
- Kennis overdracht, leraren
- Een groot geloof
- Genezing
- Wonderen doen
- Profetie
- Onderscheid van Geest
- Tongentaal/Klanktaal
- Uiteg van Tongentaal/Klanktaal
Wijsheid
Spreuken 25 vers 11 zegt 11 Het juiste woord op de juiste tijd is als een gouden appel op een zilveren schaal. Dat is iets heel waardevols, iets prachtigs. Sommigen hebben deze gave en hebben het niet door. Het is zóó vanzelfsprekend voor ze! Die moeten leren hun gedachten uit te spreken. Iemand zit ergens mee, je hoort iets en je denkt: “Dit is toch logisch? Simpel? Ik zou zo en zo doen” en je moet die gedachten niet voor je houden maar uitspreken. Wel met de nederigheid waar we het vandaag eerder over hebben gehad. Niet uit een soort betweterigheid. En ook niet door maar te schermen met je gave zodat je eindelijk gehoord wordt. Nee, in die balans van nederigheid, liefde, jezelf wegcijferen ter opbouw van de ander, als een gouden appel op een zilveren schaal, kun je door jouw gave te gebruiken, verschil maken in het leven van de ander. Onderbelichte gave is dit.
Kennisoverdracht
Denk ook aan iemand met de bediening van leraar. Onderwijs. De taak van de apostelen was in de eerste instantie dit. Mijn taak als leider is in de eerste instantie dit. Zoals met alle gaven in Korinthe geldt ook hier dat iedereen in hun trots vond heel veel kennis te bezitten. Ja, dan luister je dus niet meer naar degenen die God hiervoor heeft aangesteld. Dat was ook precies het probleem in Korinthe! De Bijbel leert dat je je leraren weinigen moet laten zijn. Niet iedereen is apostel. Niet iedereen is profeet. Niet iedereen is leraar!
2 Timoteüs 4:3
3 Want er komt een tijd dat de mensen de heilzame leer niet meer verdragen, maar leraren om zich heen verzamelen die aan hun verlangens tegemoet komen en hun naar de mond praten.
Jakobus 3:1
31 Broeders en zusters, u moet niet allemaal leraar willen zijn. U weet dat ons leraren een strenger oordeel te wachten staat
Groot geloof
De geestelijke gave van groot geloof. Vroeger dacht ik dat dit er een beetje onnodig tussenstond, als opvulling van de Bijbel. Geloof is altijd een gave van de heilige Geest. Dus ja. En je hebt een groot geloof nodig als je in de gave van genezing wil uitstappen, toch? Dus die gave past bij andere gaven. Is niet zo zeer uniek, in zichzelf. Maar ik had het fout. De gaven waar we het over hebben vandaag worden ook wel genadegaven genoemd. Iets wat we niet verdienen, maar wat God geeft, zonder dat Hij ons verantwoording schuldig is. Het is gewoon zo. God gaf mij en mijn vrouw al een paar jaren terug een onmogelijk groot geloof voor de kerk. Deze kerk. Evangelische Kerk Utrecht. We krijgen, om niet, niet omdat we het verdienen, inkijkjes in de toekomst van hoe het eruit ziet als mensen op straat naar elkaar roepen: “Ik ga naar de kerk!” we krijgen profetieën in lijn met de profetieën die deze kerk heeft. We krijgen bemoedigingen. En zoals dat werkt met gaven, merk ik heel sterk dat God erdoorheen werkt als ik erin uitstap. Als ik deze dingen deel. Dat dan anderen gesterkt worden in hun geloof. Opgebouwd. Opbouwen van anderen was precies het doel van de gaven die je gekregen hebt! Niet om voor jezelf te houden.
Genezing
Een gave van de Heilige Geest. Net als iedere gave nuttig ter opbouw. Om mensen op te bouwen, om de Kerk van Jezus op te bouwen. In die zelfde mindset van nederigheid, niet trots zijn, maar gericht op de ander. En toch. Op de een of andere manier lijkt de tendens als ik om me heen m’n oor te luister leg dat iedere gelovige hierin moet uitstappen en ieder kan genezen, als we er maar voldoende in uitstappen. Zulke claims maakt het nieuwe testament nergens. Nieuw testamentisch christen zijn is: Overwinning, bevrijding, genezing en vreugde aan de ene kant. Vervolging, gevangenschap, ziekte, vooruitkijken naar de nieuwe hemel en nieuwe aarde waar we allemaal genezen en nu nog verdriet aan de andere kant. Het is beide. Dát is de feel van het nieuwe testament. Ik lees zelf graag veel over deze gave. Ik droom hiervan sinds dat ik een kind ben en in de Bijbel las over genezingen en de Geest tegen me zei: “Geloof je dit?”
Wonderen doen
Een goed voorbeeld van zo’n wonder is de vermenigvuldiging van eten door de Here Jezus. De vijf broden en twee vissen waar meer dan 10 000 mensen mee gevoed zijn. De profeet Elisa deed dit wonder ook al. En van christenen die werken in gebieden met tekorten hoor je dit wonder ook. Bij wonderen als deze lijkt het dat er een component moet zijn van een tekort, zoals voedsel, dat bovennatuurlijk aangevuld wordt. De beroemde Corrie ten Boom zit in een concentratiekamp en er heerst ziekte door ondervoeding. Zij heeft een kruikje vitaminen dat echt helpt. En als christen kan ze niet anders dan het delen met heel veel mensen. Dag naar dag druppelt er vloeistof uit voor zoveel mensen. Ze had al vaak gekeken of er nog vloeistof inzat, maar het donkere glas van het kruikje maakte dit onmogelijk. Tótdat er grote hoeveelheden vitamines het kamp binnen werden gesmokkeld, toen was haar kruikje in één keer leeg… Dit is belangrijk. De simpel redenerende mens in mij denkt: “Als je dan toch een wonder kan doen, dan kan je dit altijd doen!” Voedsel vermenigvuldiging? Nou dan hoef je ook geen land meer te bewerken of vissen te vangen! Als Jezus tot twee maal toe dit wonder doet, staat er nergens dat de discipelen nooit meer boodschappen hoefden te doen, dat moesten ze wel, maar toen dat niet kon, brak God met bovennatuurlijke kracht in en deed een wonder tot eer en glorie van Zijn Naam. En die eer en glorie deelt Hij met niemand. Ik was verbijsterd een preek te horen van iemand die stelde nadat Jezus met de discipelen het wonder van de voedselvermenigvuldiging hadden meegemaakt, dat de discipelen die dit wonderen letterlijk bij de hand hadden gehad, immers elke keer dat ze een stuk brood braken en weggaven, ploep, was er weer een nieuw stuk in hun handen, dat de discipelen nu wel eens moesten weten hoe het werkt. En zijn toepassing was dat je dan toch wel een groot geloof moest hebben om uit te stappen in het bovennatuurlijke. Dat als je genezingen had zien gebeuren dat je dan toch wel iedere keer als je een rolstoel ziet of iets anders, uit moet stappen en moet bidden en moet verwachten dat het gebeurt. Alsof het een kunstje is! Alsof het een kunstje, een foefje is! Dit leert Jezus helemaal nergens! Vaak zijn wonderen als deze juist eenmalig, of af en toe, of onder bijzondere omstandigheden omdat dan de eer en glorie naar God gaat. Heel belangrijk in Jezus’ bediening, terugkerend fenomeen, wonderen zodat God verheerlijkt, geëerd, aanbeden, geprezen wordt. Niet om trucjes te kunnen. Ik ben geen circusdier of een hond! Wonderen, meestal hoor je ze in buitengewone omstandigheden als bij Corrie ten Boom. Wonderen zijn er omdat God verhoogd wordt. Die eer en glorie deelt Hij met niemand, ook niet met mij.
Profetie
Ter opbouw. Ik noemde eerder al de rol van profetie bij het grote geloof dat ik voor de kerk heb. Wanneer Paulus een jonge leider bemoedigd zegt hij: “Herinner je de profetieën die uitgesproken zijn over jouw leven.” In kerken als de onze, is er een cultuur ontstaan dat er tijdens zangdiensten een woord of een beeld wordt uitgesproken. Wanneer dat past in de dienst is dat nuttig en we willen daarin blijven aanmoedigen en in uitstappen. Maar profetie is wel méér dan “een zondagochtend tijdens de zangdienst event”. Je kunt elkaar op veel meer manier bemoedigen met profetie. Peter, Marten Jan en ik kregen pas een mail met voor een ieder van ons een tekst uit de Bijbel. Ik kreeg de tekst uit Filipenzen:
Phil 1 ; 6 Hiervan ben ik ten volle overtuigd dat Hij die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus
Gewoon heel openhartig. Ik ben in geen jaren zo diep gegaan dan die week. Ik had een nacht zonder slaap gehad. Ik wist niet goed wat de vervolgstap zou moeten zijn voor de kerk. Ik twijfelde aan alles. En ik hoor je denken: “Twijfel? Je had toch een groot geloof?” Klopt. Maar dat zijn niet altijd tegenstrijdigheden. Toen Elia met een groot geloof gebeden had voor droogte en later weer regen. Toen hij gebeden had en er vuur uit de hemel kwam om het offer aan te steken, sloeg hij op de vlucht, bang voor tegenstand, kroop onder een struik en zei tegen de Heer: “Haal mij maar thuis”. Was zijn geloof weg? Nee, dat lees je nergens. Hij was gewoon “op”. In die week was ik gewoon op. Het geloof voor de kerk is niets veranderd, maar of ik er nog voor nodig was, of God voor mij nog iets in petto had… ik begon aan alles te twijfelen inclusief of het nuttig was dat ik er was voor mijn vrouw, mijn kinderen etc. Het leek alsof de hele wereld beter af was zonder mij. Elia ging onderweg naar God waar Hij later God zou ontmoeten. Elia kreeg een nieuwe opdracht. Ik stond weer op onder mijn stuikje vandaan onderweg naar God. Hij zou een frisse stap, een nieuwe opdracht laten zien. Ik was ervan overtuigd. En toen kreeg ik deze tekst:
Phil 1 ; 6 Hiervan ben ik ten volle overtuigd dat Hij die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus
Bidden.
- Houding: Hoe laag kun jij/kunt u gaan?
- Gaven zijn er voor de ander, voor de kerk.
- Gaven verdien je niet.
- Gaven kan je niet afdwingen. Het is geen circus!
- Gaven MOET je je naar uitstrekken!