Geroepen in een relatie

Marten JanResources

Evangelische Kerk Utrecht
Evangelische Kerk Utrecht
Geroepen in een relatie
Aan het laden
/

Genade leert ons dat we aangenomen zijn door het werk van Jezus. Jezus is naar de aarde gekomen, is voor onze zonden aan het kruis gegaan en is opgestaan uit de dood. Als je dat offer van Jezus aanneemt, dan ben je gered. Dan hoor je bij het volk van God. Het evangelie gaat dus om Jezus alleen. Niet om “Jezus en nog iets”. Daar zijn we de vorige keren mee bezig geweest aan de hand van Galaten en daar gaan we nu ook weer mee verder. We waren daarbij gebleven bij Galaten 2, waarbij ik het de vorige keer had over de angst die Petrus had voor mensen en waarin dat resulteerde. Nu gaan we weer een stukje verder.

Galaten 2:15:
Wíj zijn als Jood geboren en hebben de wet van Mozes gekregen. 16 Maar we weten dat een mens niet kan worden vrijgesproken van schuld door zich aan de wet van Mozes te houden. Hij kan alleen worden vrijgesproken door in Jezus Christus te geloven. Daarom zijn ook wij, Joden, in Jezus Christus gaan geloven. Want alleen zó konden we worden vrijgesproken van schuld: door ons geloof in Christus. Want niemand kan worden vrijgesproken van schuld door zich aan de wet van Mozes te houden.” 17 Als we vrij van schuld willen worden door Christus, geven we toe dat we ongehoorzame mensen zijn. Betekent dat dan dat Christus iets met het kwaad te maken heeft? Helemaal niet! 18 Maar als ik de wet van Mozes eerst afschaf, en me daarna weer aan die wet ga houden om te worden vrijgesproken van schuld, bewijs ik daarmee zelf dat ik ongehoorzaam ben. Want dan verwacht ik het toch nog steeds van de wet ook al zegt God dat dat niet zal helpen. 19 De wet van Mozes werd mijn dood, door mijn ongehoorzaamheid aan de wet. Ik ben dus dood voor de wet. Nu kan ik voor God leven. 20 Want ik ben samen met Christus gekruisigd. Toch leef ik! Dat komt doordat niet meer mijn eigen ‘ik’ leeft, maar Christus leeft in mij. En zo lang ik nog in dit lichaam leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God. Want Hij houdt heel veel van mij en heeft zijn leven voor mij geofferd. 21 En ik zal niet doen alsof dat niet zo is. Want stel dat de mensen van hun schuld vrijgesproken hadden kunnen worden door zich aan de wet van Mozes te houden. Dan had Christus niet hoeven sterven! Dan zou Hij alles voor niets hebben gedaan.

 

Opvallend dat we net komen uit een struikeling van Petrus, waarbij Paulus Petrus flink terecht wijst. Om het perspectief te schetsen; Petrus was apart van de heidense Christenen gaan eten op het moment dat Joden “Uit de kring van Jacobus” in Antiochië kwamen. De uiteindelijke conclusie was dat we dicht bij God moesten blijven, omdat we zagen dat Petrus vol van angst was in plaats van vol van de Geest. Niet terugkijken op een geweldige ontmoeting met God, maar blijven investeren in de relatie met God. Daarnaast leerden we dat we elkaar nodig hebben en elkaar mogen helpen om te leven in overeenstemming met het evangelie. Niet te wijzen op regels, maar rijkdom en liefde van Jezus. Daarnaast moeten we een juiste focus hebben en die focus moet gericht zijn op Jezus. Want de dood en opstanding van Jezus verzekerd ons van Gods liefde. Dat is de wortel van stabiliteit en zekerheid in ons leven.

Vandaag hebben we het erover dat we geroepen zijn in een relatie.

Paulus gaat het betoog wat hij eerder tegen Paulus hield verder. Op zich zouden we hier alleen deel twee van Paulus zijn betoog kunnen zien, maar Paulus heeft hier zeker de situatie van de Galaten op het oog. Dat maakt dit ook weer een los stuk. De focus komt hier te liggen op de ken van de zaak waarom het gaat in het evangelie. Paulus wijst zichzelf, Petrus en de andere Joden op hun oude aparte status. Zij waren van nature afgezonderd van “de heidenen” die zonder de wet leven. De Joden prijzen zich gelukkig om het feit dat zij de wet hebben. Paulus wijst regelmatig op het feit dat sinds de Christenjoden Jezus hebben leren kennen, zij weten dat dit niet de weg is om tot God te komen. Paulus verteld in dit stuk dat zowel hij als Petrus allebei opgegroeid zijn als “zich aan de wet houdende” Joden en niet als “toch al zondige” heidenen.

Paulus leert dat Joden onder precies hetzelfde oordeel van God staan als de heidenen. Buiten Jezus is ook voor hen, die ijveraars van de wet kunnen zijn, alleen het volkomen oordeel; zondaar. Dat is ook iets waar Paulus en Petrus het compleet over eens zullen zijn geweest.

Vervolgens komt een heel mooi vers, waarbij Paulus tot drie maal toe een tegenstelling van werken van de wet tegen de genade wegzet:

  • We weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet, maar door het geloof in Jezus.
  • Wij zijn in Jezus gaan geloven, opdat we gerechtvaardigd zouden worden door geloof in Jezus en niet uit werken van de wet.
  • Uit werken van de wet wordt geen vlees gerechtvaardigd.

Duidelijk dus dat Paulus dit erg belangrijk vindt, anders legt hij de focus hier niet zo zwaar op. De werken van de wet zijn de eisen die de wet stelt en de prestatie waaraan de mens moet voldoen om de wet te vervullen. Paulus zegt vaak genoeg dat dit niet ligt aan de wet zelf, omdat die goed is. Maar hij legt uit dat het is dat de mens gewoon een zondaar is en er niemand is die de wet volkomen zal kunnen houden. Dat is niet nieuw, want zelfs David vertelde dit in psalm 143, waarbij hij zegt; “niemand die leeft, is voor Uw aangezicht rechtvaardig.”

Paulus spreekt hier over rechtvaardiging en dat is een juridische term, want het tegenovergestelde van gerechtvaardigd is veroordeeld. In het recht heb je rechtvaardigingsgronden, voorbeeld.

Een rechtvaardigingsgrond is die omstandigheid waardoor een gedraging, die normaal gesproken een strafbaar feit zou hebben ingehouden, haar wederrechtelijk karakter verliest. De gedraging is dan niet langer in strijd met de wet en aldus is er geen sprake van een strafbaar feit.

De theoloog J.I. Packer vatte rechtvaardiging in de bijbel als volgt samen:
“In de bijbel betekent “rechtvaardiging” dat van iemand die terechtstaat verklaard wordt dat hij geen straf krijgt, maar recht heeft op alle voorrechten die mensen ten deel vallen die zich houden aan de wet. Rechtvaardiging is wat een rechter doet die het aan veroordeling tegenovergestelde oordeel uitspreekt – het oordeel van vrijspraak en wettelijke onschendbaarheid.”

Er bestaat maar één manier waarop we van de macht van de wet bevrijdt, of gerechtvaardigd, kunnen worden en dat is door het werk van Jezus. Dat we erkennen dat we het zelf niet kunnen (ons dus bekeren) en het offer van Jezus aan te nemen in ons leven.

Hier wijkt het Christendom ook totaal af van de andere grote religies. Ik kan niet zeggen alle religies, want wellicht is er nog ergens een religie die iemand spontaan verzint. Je bent gerechtvaardigd door het werk van Jezus, dat houdt in dat je hiermee toegang tot de Hemel verkrijgt. Dat is je beginpunt en een zekerheid. Bij heel veel andere religies moet je van alles doen om in de hemel te komen, je moet een x aantal keer vasten, je moet zoveel goede daden doen, hier of daarheen gaan, genoeg mediteren, genoeg geven en als je dat allemaal gedaan hebt, ben je eigenlijk nog niet zeker of je wel in de hemel zal komen.

In het Christendom is het anders. Op het moment dat je het offer van Jezus aanneemt, ontvang je eeuwig leven met Hem. Dat ontvangen we gratis en voor niets, omdat Jezus die prijs heeft betaald. Dat vinden we als mensen ontzettend moeilijk om te accepteren. Zelfs christenen vinden dat moeilijk om te accepteren en daarom leggen ze elkaar vaak allemaal moeilijke dingen op. VOORBEELD!! Zo, geniet van je vrijheid!”

We zijn als christenen best goed in zelf genoeg regels te verzinnen. Toen Jezus op aarde rondliep waren er ook mensen die regels hadden verzonnen voor mensen, de farizeeën. Kijk je vervolgens naar hoe Jezus was, hij was ontzettend genadig naar mensen. Hoe slecht ze in de ogen van mensen ook waren, Jezus had genade voor hen en mensen waren graag bij Hem. Er was maar één groep mensen tegen wie Jezus fel van leer trok. Dat waren de farizeeën. Die mensen kregen onderuit de zak van Jezus, omdat die vol van religie zaten. Jezus had een hekel aan religie, hij walgde ervan. Wij hebben ook een hekel aan religie. BAH! God wil relatie hebben met mensen. Als je achter Jezus aan gaat, dan wordt je geroepen in een relatie. Een relatie met de levende God.

Dit maakt de vraag van vers 17 wel meteen een reële vraag. à stimuleren we de zonde dan? Maken we Jezus dan niet een dienaar van de zonde in plaats van een dienaar van de gerechtigheid? Het is een vraag die Paulus vaker heeft gekregen, hij voert dit in Romeinen 6:1 aan. Maar ook Jezus kreeg dit verwijt in Marcus 2. Paulus begint met een heel duidelijk antwoord op die vraag: “Volstrekt niet!”

Hij legt vervolgens wel duidelijk uit waarom dat niet het geval is. Als Paulus namelijk de wet weer op zou voeren als belangrijk voor de christenen, zoals de joden graag wilden, dan zou Jezus daarmee niet tot een betere dienaar van gerechtigheid worden gemaakt. Iets wat hem wel tegen werd geworpen. Want als Paulus de wetseisen weer zou instellen (dus weer “opbouwt” zoals de tekst zegt), dan zou blijken dat Paulus nog steeds een even grote overtreder is. Dat komt omdat zonde zo diep in de mensheid geworteld zit, dat dit automatisch naar boven komt.

Daarnaast legt Paulus uit dat het doel van de rechtvaardiging van zondaren niet is dat we in zonde zouden blijven leven, maar dat we voor God zouden gaan leven.

Tim Keller zegt dit heel mooi: “De wet zelf heeft mij laten zien dat ik door de wet nooit mijzelf aanvaardbaar kon maken. Dus hield ik ermee op om ‘daarvoor te leven. Ik ben gestorven aan de wet als mijn redder. Ik was voorheen ook wel gehoorzaam aan God, maar dat was gewoon om iets van Hem te krijgen; het was dus voor mijzelf. Nu ben ik Hem gewoon gehoorzaam om Hem te behagen. Nu leef ik voor Hem.”

Genade betekend dus niet dat we de wet van God helemaal niet meer hoeven te gehoorzamen. Paulus schrijft daar vaak genoeg over, kijk maar naar de Korinthe brief die we als kerk hebben behandeld. Paulus beschrijft daar zaken over seksueel immoreel gedrag en andere manieren van doen en laten. Wat het dus wel betekend is dat we de wet van God niet meer hoeven te gehoorzamen als middel tot ons behoud. We zijn dood voor de veroordeling door de wet. Want, zoals Paulus beschrijft, als er ook maar iets in de wet was wat ons kon rechtvaardigden, dan was Jezus voor niets gestorven.

Aan het kruis heeft Jezus de vloek van de wet gedragen, door voor ons een vloek te worden. Door het geloof worden we in relatie gesteld met het sterven van Jezus. Hierdoor is ons oude “ik” definitief onttroond en is een nieuwe “ik” opgestaan. Die nieuwe “ik” is geroepen in een relatie met God door de Heilige Geest. Omdat de Heilige Geest in ons woont, hebben we een leven wat hier wordt getypeerd als: “Christus in ons”. We houden ons dus niet meer aan de wet, om gered te worden of een goed voetje bij God te halen. Maar we willen wel leven in een leven wat in overeenstemming is met hoe God wil dat we leven. Niet om iets bij Hem te verdienen, maar vanuit het verlangen wat wordt gestimuleerd vanuit de relatie.

Wordt opnieuw gegrepen door het evangelie. Misschien heb je Jezus nog nooit aangenomen, dan nodig ik je van harte uit om dat te doen. Dank Jezus voor het offer wat Hij voor jou heeft gebracht en zeg dat je jezelf wilt afkeren van je oude leven en het offer van Jezus aanneemt. Dan zal je de vrijheid van Jezus gaan ervaren door de kracht van de Heilige Geest. Heb je Jezus al aangenomen in je leven? Verblijd je opnieuw dat je gerechtvaardigd bent door het geloof alleen. Zonder dat hier iets bij komt. En investeer in je relatie met God. Laat God tot je spreken, omdat Christus in jou (en in mij) woont. En laat God, door de kracht van de Heilige Geest jouw leven veranderen tot hoe Hij het wil laten zijn.

Laten we bidden.