Jezus: “Ik ben de Ware Wijnstok”

Marten JanResources

Jezus leren kennen
Jezus leren kennen
Jezus: "Ik ben de Ware Wijnstok"
Loading
/

We zijn sinds enkele weken als kerk bezig met de serie “Jezus leren kennen”. Het is onze wens dat we als kerk, door ons meer te verdiepen in Jezus, Hem steeds beter zullen leren kennen. Uiteindelijk zullen we God beter leren kennen, doordat we Jezus beter leren kennen, omdat de bijbel zegt dat Jezus aan het hart van God was. We zitten nu in het deel “Wie zegt Jezus dat Hij is?” waarbij Arjan vertelde over dat Jezus zei: “Ik ben de opstanding en het leven”, Cornelly heeft vorige week gesproken over: “Ik ben het Brood dat leven geeft” en vandaag spreek ik over “Ik ben de ware wijnstok”. Het is super belangrijk dat je gaat begrijpen wat ik vandaag zal vertellen, want ik durf te stellen dat wanneer je Johannes 15:1-8 ECHT begrijpt, je ook volledig begrijpt dat alles wat God doet en gedaan heeft GENADE is. Wij kunnen er niets aan toevoegen en niets vanaf halen. Het is enkel genade en voor ons is het goed om dat te realiseren. Hou voor ogen dat het een werk van God is en dat wij daar niets aan kunnen bijdragen. Het is genade.

Johannes 15:1-8 (NBV):
1 ‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. 2 Iedere rank aan mij die geen vrucht draagt snijdt hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt snoeit hij bij, opdat hij meer vruchten draagt. 3 Jullie zijn al rein door alles wat ik tegen jullie gezegd heb. 4 Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven. 5 Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen. 6 Wie niet in mij blijft wordt weggegooid als een wijnrank en verdort; hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur gegooid en verbrand. 7 Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. 8 De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn.
Laten we bidden.

Zoals ik net al zei, als je dit stuk helemaal snapt, dan snap je hoe het met genade zit. Dan snap je dat het een compleet werk van God is en niet een werk van onszelf. God is aan het werk in ons en met ons en dat is het startpunt en ook het eindpunt. Dat levert geen passiviteit op, maar dan ga je dingen doen omdat dit een vrucht is wat God aan het doen is in jou. Om alles uit dit Bijbelgedeelte te kunnen halen, zou ik makkelijk een uur of zes kunnen praten. Dat gaan we niet doen, ik ga een aantal belangrijke principes uit deze tekst aan jullie geven, zodat je het belangrijkste van deze tekst meekrijgt en dat is de genadeleer.

Twee jaar geleden zijn we als gezin op vakantie gegaan naar Duitsland. Ik had nooit verwacht dat ik, als echte Frankrijk liefhebber, nog eens naar Duitsland op vakantie zou gaan en dat ook leuk zou vinden. Maar we hebben het gedaan. In het Moezelgebied hebben we een huisje gehuurd en daar een week in verbleven. Het was echt afzien, want het was lekker weer, het was een super mooie omgeving en een lekker rustig park. We zaten daar midden tussen de druivenvelden, en in de periode dat wij er waren zag je dat de wijnbouwers erg druk waren met het onderhouden van hun wijngaarden. Ze hadden helikopters om alles te inspecteren, ze hadden vliegtuigjes om alles te besproeien, ze hadden allemaal handige systemen aangelegd om het werk in de wijngaard makkelijker te maken. We zijn bij een wijnbouwer langs geweest en die vertelde dat de wijnstokken die hij had ruim 70 jaar oud waren. In die 70 jaar hadden de wortels van de wijnstokken zich dusdanig diep de grond in gewerkt dat ze zelfs een jaar zonder regenwater konden leven. Die wortels zijn in die ruim 70 jaar door allerlei verschillende grondlagen heen gekomen en uit iedere grondlaag haalden de wortels met het water ook mineralen naar boven. Deze mineralen zorgden voor een bepaalde smaak aan de druif. Die smaak was specifiek voor de druivensoort die hij had. Ik vond het heel mooi om te horen hoe diep zo’n wijnstok geworteld is en hoe de smaak van de druif naar boven kwam door de diepte van de wortels.

Uiteindelijk heb ik van een aantal wijnstokken een paar uitlopers afgesneden om mee te nemen naar Nederland. Dat kan, want dat zijn uitlopers die toch weggesnoeid moeten worden zodat de druiven beter kunnen groeien. In Nederland heb ik ze geprobeerd te stekken enzo, maar dat is nooit gelukt. De uilopers hebben uiteindelijk nooit vrucht gedragen, ze konden dat niet op eigen kracht.

Kijken we naar dit stuk, dan is Jezus behoorlijk aan het einde gekomen van zijn bediening op aarde. De paasmaaltijd en de voetenwassing was net geweest en in Johannes 14:31 zegt Jezus dat “hij de Vader liefheeft en doet zoals de Vader Hem geboden heeft. Sta op, laten we hier vandaan gaan.” Jezus plaatst alles wat Hij gedaan heeft, ook van de laatste uren en wat Hij gaat doen onder de autoriteit van God. Jezus laat duidelijk zien dat God alles overziet en onder controle heeft. Jezus wordt het brood dat leven geeft, het levende water, de deur naar het leven. Maar God de Vader heeft alles onder controle en zorgt ervoor dat alles gebeurd op de manier waarop Hij het gepland had.

Het is belangrijk om te weten dat Jezus hier in beeldspraak spreekt. Voor iedereen is het heel duidelijk dat Jezus geen houten plant is, maar een mens. Dus hij gebruikt beeldspraak om iets duidelijk te maken. Voor ons is het daarom erg belangrijk om alles te zien in het licht van deze beeldspraak en daardoor niet alles letterlijk te nemen. Zo zegt Jezus van zichzelf dat hij de wijnstok is en de vader de wijnbouwer. Wij moeten als ranken in Jezus blijven, zoals Jezus in God blijft (vers 10), maar de wijnrank blijft niet in de wijnbouwer zoals de ranken in de wijnrank blijven (nog nooit een wijnbouwer gezien met een wijnstok uit zijn rug). Dus uiteindelijk loopt iedere beeldspraak of vergelijking ergens mank, maar het is bedoeld om ons iets duidelijk te maken. Deze beeldspraak draait uiteindelijk om twee dingen… Namelijk het feit dat God ranken die geen vrucht dragen wegneemt en dat hij de ranken ontwikkelt die wel vrucht dragen.

Jezus zegt: “Ik ben de ware Wijnstok.” Over de hele wereld staan wijnstokken. Of ze nou groot of klein zijn, op heel veel plekken kom je ze tegen. Bij grote wijnstokken kunnen mensen vol verwondering kijken naar de kracht en de stevigheid van deze wijnstok. Of mensen gebruiken een wijnstok om lekker onder de bladeren te kunnen gaan zitten en in de schaduw uit te rusten.
De ware wijnstok slaat terug op een vergelijking die in het oude testament vaker voorkwam, daar werd het volk van Israël vaak vergeleken met een wijnstok. Maar Israel was een wijnstok die niet voldeed aan Gods bedoelingen. Jezus voldeed compleet aan datgene wat God verlangde. Jezus is het die de Vader kan laten zien en Hij is ook degene die mensen kon overtuigen. Wij hebben de Heilige Geest gekregen die dat nu doet, maar de Heilige Geest wijst in alles wat Hij doet op Jezus.

Jezus wijst naar God als de wijnbouwer en de wijnbouwer heeft een aantal erg belangrijke taken. Hij zorgt voor een wijngaard, een plaats om te groeien in die wijngaard, voor watervoorziening en het snoeien. Zo afhankelijk voelde Jezus zichzelf ook van God. Jezus heeft in zijn tijd dat Hij op aarde was heel vaak gezegd hoe hard Hij God nodig had. Omdat Hij altijd bij God was geweest, wist Jezus dat God zou voorzien in datgene wat nodig zou zijn en kon Hij vertrouwen dat God Hem uit de dood zou doen laten opstaan. Jezus zorgt ervoor dat voordat Hij begint met het vertellen wat er verlangd wordt van de ranken, ze eerst weer op God gericht worden.

Jezus spreekt over de ranken. Dan is het goed om te weten dat een rank één doel heeft, namelijk het dragen van vrucht. De rank draagt vrucht op de manier zoals de wijnstok zijn sappen door hem heen perst. De rank is helemaal hetzelfde als de wijnstok, hij heeft dezelfde natuur, hetzelfde leven, hij staat op dezelfde plaats en doet hetzelfde werk. De rank is het evenbeeld van de wijnstok, met een groot verschil, namelijk dat de wijnstok groot en sterk is en de rank niet. De rank is compleet afhankelijk, want de wijnstok heeft de voorraad van leven. Alle sappen en kracht houdt de wijnstok niet voor zichzelf, maar die is voor de ranken. De ranken zijn en hebben niets van zichzelf, maar alleen iets wat de wijnstok hen geeft. De rank hoeft enkel maar te ontvangen van datgene wat de wijnstok geeft.

Wij zijn door God in Christus gepland om die vruchten te geven die de wijnstok verlangt voort te brengen. De enige reden voor een rank om te bestaan is namelijk om vrucht voort te brengen. En die vrucht is uiteindelijk niet voor de rank zelf, maar voor de eigenaar van de wijnstok. De rank die ontvangt van de wijnstok sap en kracht voor zijn leven om sterker en voller te worden. Dit is vervolgens wel weer ondergeschikt aan het doel van die rank, namelijk het dragen van vrucht.

Als christenen slaan we nog wel eens door in wat we uit eigen kracht proberen te doen. We nemen heel veel tijd om te bidden of enorm veel tijd om de bijbel te lezen om vervolgens hard te proberen om te leven zoals een goede rank zou horen te leven. Zelf kreeg ik, toen ik een jaar of 18 was, te horen dat het heel goed zou zijn voor mijn eigen leven om iedere dag een kwartier in klanktaal te bidden (vb hoe dat gegaan is, uur eerder bidden en deceptie).
Wie heeft er wel eens een vruchtenboom gezien? Een druif, een appel, een peer, een aardbeiplant of iets dergelijks? Als je namelijk heel goed naar dit soort bomen of planten kijkt, dan valt je iets op……………………. Het valt op dat alle takken die eraan zitten, er gewoon aan zitten. Ik heb ze nog nooit zien persen, nog nooit hard zien werken of horen zwoegen om ervoor te zorgen dat ze vrucht zouden dragen. Ze zitten aan de boom, struik, stok of plant en geven alleen maar de sappen door die ze krijgen. Dit wordt in de takken verwerkt en zorgt er automatisch voor dat er vrucht aan de boom komt te zitten. De boom is niet hard aan het persen, maar het gebeurd gewoon.

Wanneer een druif wordt geënt, dan vindt er een tweeledig proces plaats. De wijnstok wordt een stukje opengemaakt en daar wordt de ent in geplaatst. Dat wordt goed aan elkaar gebonden en vervolgens wordt die ent één met de wijnstok. Als je dat proces van heel dichtbij bekijkt, dan zal je zien dat de ent kleine worteltjes en vezeltje in de stam schiet en dat de stam omhoog groeit in de ent. Er vindt een structurele vereniging plaats in de ent. Vervolgens zal het sap van de wijnstok de nieuwe structuur binnengaan en het gaan gebruiken als een doorgang voor het sap. Dan zal je na verloop van tijd zien dat er jonge loten, bladeren en vruchten zichtbaar gaan worden die overeenkomen met de druivenstok. Wat zie je? In de ent die in de stam blijft komt de stam met zijn sap om het mogelijk te maken voor de ent om daarin te blijven.
Dit gebeurd gewoon, er is niet iets wat de rank zou kunnen doen om dit proces te kunnen versnellen of verbeteren. De wijnstok is aan het werk in de rank. Daarbij maakt het niet uit wat de achtergrond of soort van die ent is, het werkt bij iedere ent hetzelfde. Dus ook voor ons als wij ons aan de Wijnstok verbinden, ons leven aan Jezus geven, als je geënt wordt op Jezus, ga je vrucht dragen. Ongeacht je achtergrond.

Vers 2 spreekt over dat de wijnbouwer iedere rank die geen vrucht draagt wegneemt om vervolgens in vers 6 te spreken over dat iemand die niet in Jezus blijft wordt buiten geworpen (buiten de wijngaard), verdord (sterft) en in het vuur wordt gegooid (oordeel).
Dit klinkt best hard. Want je zou hierdoor kunnen denken dat het mogelijk is om eerst in Christus te zijn en vervolgens toch niet meer. Om die vraag goed te kunnen beantwoorden is het goed om te kijken naar het hele evangelie van Johannes. Johannes 3:3, 5 en 7-8 spreken over het opnieuw geboren worden (bekering), Johannes 1:12 spreekt over het worden van Zijn kinderen door geloof, Johannes 10:14-16 spreekt over het zijn van een schaap van Jezus. Als je naar deze stukken kijkt, dan wordt het heel duidelijk dat God mensen voor zichzelf heeft gekozen en aan Jezus heeft gegeven (Romeinen 9 → Emmanuël), en Jezus behoudt hen tot in eeuwigheid. Dat is Gods volk. Johannes 6:37 zegt: “Alles wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen en wie tot Mij komt zal ik beslist niet uitwerpen.” Alles in Johannes wijst erop dat iedereen die Jezus aanneemt niet verloren zal gaan.

Maar er is een verbondenheid aan Jezus (een discipelvorm, of een vorm van geloven) die niet reddend is. En het verschil tussen de één en de ander is het dragen van vrucht.
In Johannes 2:23&24 zijn er mensen die Jezus geloofden, maar Jezus vertrouwde zich aan hen niet toe omdat Hij hen allen kende. Vorige week sprak Cornelly over het Brood dat leven geeft en in het stuk wat zij behandelde (Johannes 6) staat in vers 66 dat er discipelen waren die zich terugtrokken en niet meer mee gingen. Of een klein stukje verderop staat dat Jezus 12 discipelen had uitgekozen, waarvan Hij wist dat er één geen echte discipel van hem was. Jezus zelf zei in Johannes 8:31 “Als je echt in mijn woord blijft, bent u werkelijk mijn discipelen.” Schijnbaar zijn er dus discipelen en “echte discipelen”, gelovigen en “echte gelovigen”.

Daarin is Judas wel het beste voorbeeld. Hij trok drie jaar intensief met Jezus op, maar uiteindelijk was hij toch geen “echte gelovige”. Dus het kan best zijn dat iemand zegt christen te zijn, maar het eigenlijk niet is. Iemand die netjes naar de kerk komt, maar niet wil dat het sap van de wijnstok door hem heen stroomt om vrucht te dragen. Misschien is diegene wel super enthousiast over wat er gebeurd en laat hij aan de buitenkant zien dat hij echt wat geloofd, maar net zoals in Johannes 2, kent Jezus ook die persoon. Wat voor ons belangrijk is om te weten dat God deze personen kent en op Zijn tijd die takken weghaalt die geen vrucht dragen. Wij hoeven ons daarover geen zorgen te maken. Hij ziet dat grote plaatje.
Misschien zit je hier nu wel en denk je… Ohnee, ben ik wel een echte christen? Draag ik wel echt vrucht? Wat moet ik nog meer doen? Maak je dan geen zorgen, want je kan het niet zelf doen. Het vrucht dragen, als teken dat je aan de wijnstok verbonden bent kom ik zo op.
Ik ga weer even naar de wijnstok en de wijnman. Die heeft namelijk een paar belangrijke taken. Het wegsnijden van de ranken die geen vrucht dragen en het snoeien, zodat er meer vrucht kan komen. Snoeien, dat betekend snijden.

In de Griekse tekst worden voor het wegnemen van de ranken die geen vrucht voortbrengen het woord “Airei” gebruikt en voor het woord snoeien “kath-arai” gebruikt. Die woorden lijken meer op elkaar dan wegnemen en snoeien. Dat wordt gezien als een soort van woordspel en je zou hem in het Nederlands kunnen vertalen naar: Afsnijden en afsnoeien.

Maar snoeien blijft niet echt een lekker woord. Hebreeën zegt dat God bestraft wie Hij liefheeft, en geselt iedere zoon die Hij aanneemt. Klinkt niet heel fijn, maar vervolgens zegt het ook: “Maar Hij doet dat voor ons nut, opdat wij deel krijgen aan Zijn heiligheid.” De context waarin dit in Hebreeën staat, wijst erop dat het tuchtigen hier gebeurd door middel van de vervolging door niet gelovigen. Die context komt ook naar voren in Johannes 15, waarin Jezus spreekt over: “Als ze mij vervolgd hebben, zullen zij ook u vervolgen” Maar vervolging is niet de enige manier waarop God zijn kinderen snoeit, het is een manier.
Vervolging, moeilijkheden, calamiteiten komen niet zomaar op gelovigen af. Ze zijn het werk van de wijnman die zijn ranken snoeit met als doel ze meer vrucht te laten dragen. Dus uiteindelijk is het maar goed ook dat God het doet.

Snoeien is niet hetzelfde als onkruid wieden, of wat dorens weghalen. Het is het wegknippen van dingen die rechtstreeks uit de wijnstok komen en dus voortkomt uit het leven van de wijnstok zelf. Het is iets wegdoen van iets wat het bewijs is van een krachtig leven. Hoe krachtiger de groei is geweest, hoe belangrijker het is om flink te snoeien. De ranken van een wijnstok kunnen makkelijk 3 tot 4 meter lang worden. Stel je voor dat die niet gesnoeid worden, dan moet het sap dubbel werk doen. Het moet de ranken doorstromen EN het moet in de vrucht terecht komen. Als je een druif goed snoeit, dan worden de ranken afgesneden tot vlak aan de stam (soms maar enkele cm’s) waardoor er net genoeg is om de druiven te dragen. Alleen als je dat met een druif doet, dan kan er goed, vol en sappig fruit worden geproduceerd. Alles wat niet nodig is om goed vrucht te dragen wordt genadeloos weggehaald, zodat alle energie in die vrucht kan komen.

Dit is wel heel belangrijk om te weten. Het snoeien door de Wijnman is niet alleen maar vanwege zonde, maar kan ook gebeuren met dingen die we voor God doen. Dingen die zich ontwikkeld hebben in het vrucht dragen. We moeten soms in het werken voor God gebruik maken van onze wijsheid, onze welbespraaktheid of invloed en harde werken. Ondanks dat we dat moeten gebruiken, is het belangrijk dat ze niet over ontwikkeld raken. Als dat namelijk gebeurd, dan gaan we op een gegeven moment daarop vertrouwen in plaats van op God. Daarom is het zo belangrijk dat wanneer een werkseizoen erop zit, we zien dat er ranken zijn die misschien flink gegroeid zijn. Dan is het belangrijk dat God ons tot het einde van onszelf brengt om ons vervolgens terug te snoeien tot het gevoel dat we niets zijn. Alles wat er van onszelf moet overblijven is datgene wat in staat is om het levensgevende sap van de Heilige Geest te ontvangen en alles wat van onszelf is tot zo min mogelijk is gereduceerd. Want hoe minder van onszelf, des te intenser de Heilige Geest ons kan gebruiken in het werk wat God voor ons heeft.

Het frustrerende voor mensen zoals mij is dat ik hier geen invloed op heb. God is aan het werk in mij en snoeit mij bij. Maar Hij is het ook die door mij heen werkt en gebruikt voor allemaal goede dingen. Daarin kan ik niet beroemen op iets van mijzelf (vb ruimte Heilige Geest).

Hoe kunnen we dan in God blijven? Zoals ik net al vertelde, ik heb van alles geprobeerd om in God te blijven. Zelf in tongen gebeden, uren eerder opgestaan, bidstonden iedere avond. Maar dit allemaal is niet gelukt. Waarom is het niet gelukt? Omdat het een werk van mijzelf was en ik daarin niet op God vertrouwde. Maar denk dan even terug aan die rank, wat doet de rank zelf? Die doet niets, die blijft alleen aan de wijnstok vast zitten. Jezus zegt: “Blijf in Mij, ik ben de Wijnstok die alles voortbrengt, vasthoudt en versterkt. Ik zorg ervoor dat de ranken vruchtbaar worden. Blijf in Mij, rust in Mij en laat Mij het werk doen. Ik ben de wijnstok, het enige wat jij hoeft te doen is toe te stemmen dat Ik in je aan het werk ga en je daarin aan Mij over te geven.

Als je die stap zet, als je Jezus toestaat om met jouw leven aan de slag te gaan en je daarin over te geven aan Hem, dan zal je zien dat het heel makkelijk gaat worden om in Jezus te blijven. Het kan gebeuren dat je jezelf misschien wel nooit echt met Jezus bezig hield, maar nu aan niets anders kan denken. Of dat je aan jezelf merkt dat je bepaalde dingen niet meer wilt doen, omdat je merkt dat het niet goed is. Of merkt dat je anders reageert, omdat er iets in je gebeurd is.

Het lijkt een beetje mysterieus en dat is het ook. Ik kan je er dingen over vertellen, maar als jij tegen God zegt: “Gaat U Uw gang maar in mijn leven.” Dan gaat de Heilige Geest in je aan de slag. Dat zag je ook bij de discipelen. Jezus legt het hier aan hen uit in woorden, maar vervolgens werd het bevestigd toen de Heilige Geest neerdaalde met Pinksteren. Wat mag jij doen? Je mag Jezus aannemen als je dat nog niet hebt gedaan. Hij is voor jou aan het kruis gegaan om leven met God weer opnieuw mogelijk te maken. Iedereen die hier zit kan bidden om openbaring door de Heilige Geest en vragen of de Heilige Geest in jou een werk wil gaan doen. Je zal merken dat de Wijnman, door de Heilige Geest, in jou een werk gaat doen.

Johannes 15:7 zegt dat we mogen vragen wat we willen en dat het ons vervolgens ten deel zal vallen. Maar hoe werkt dat dan? Laten we even kijken. Waar draait dit stuk om? → Het veel vrucht dragen. In welke context staat deze zin? → Het dragen van veel vrucht.
Dus wanneer krijgen we wat we willen? Als we vragen aan God datgene wat nodig is om veel vrucht te dragen. En misschien is dat net wel even iets anders dan wat jij graag zou willen hebben. Misschien wordt je gebed, waarin je vraagt om iets, wel niet verhoord. Een wijze man zei eens: “We moeten God danken voor niet verhoorde gebeden.” Hij legde ook uit waarom en het kwam erop neer dat wanneer die gebeden niet verhoord werden, ze dus niet bijdroegen aan het vrucht dragen van ons als christenen.

Vanaf het begin tot het einde van dit stuk draait alles erom dat God wil dat we veel vrucht dragen als Zijn kinderen. Wij zelf kunnen niets! Wij kunnen God niet verheerlijken door iets toe te voegen aan Zijn glorie of Zijn heerlijkheid. NIETS kunnen we zelf en dat is een heerlijk gevoel. Alles wat ik bij kan dragen is waardeloos. Een heerlijke ontspanning is dat!
Enkel door Zijn heerlijkheid door ons heen te laten werken, door ons aan Hem over te geven, zodat Zijn heerlijkheid door ons heen kan werken en zich in ons kan manifesteren aan de wereld om ons heen, daarin wordt God verheerlijkt! In een discipel die veel vrucht draagt wordt God verheerlijkt, net zoals de wijnman alle eer krijgt van de vruchten van de ranken in een wijngaard. Dat bedoelt Petrus ook wanneer hij schrijft: Als iemand spreekt, dan als iemand die de woorden van God spreekt; als iemand dient, dan als iemand die dient uit kracht die God schenkt, zodat God in alles verheerlijkt wordt door Jezus Christus. Hem komt alle heerlijkheid en de kracht toe, tot in alle eeuwigheid. Amen!