Leven met perspectief

Vincent van ZeijlResources

Evangelische Kerk Utrecht
Evangelische Kerk Utrecht
Leven met perspectief
Aan het laden
/

 

Utrecht 14 januari 2018

Inleiding:

Precies een jaar geleden (15-01-18) sprak ik als eerste in de Marcuskerk a.h.v. Haggaï 1:8: ‘beklim het gebergte, haal hout en herbouw de tempel’.

Slot van mijn preek toen:

De toekomstige heerlijkheid zal groter zijn…. (2:10).
Als we bouwen aan iets nieuws (zoals in Utrecht), wil dat niet zeggen dat het oude niet goed was, maar alleen dat God bezig is aan een nieuwe fase in Zijn plan.

Hoewel de tempel van Zerubbabel in grootte en luister minder was dan die van Salomo, was hier de belofte van herstel, dat God grotere dingen zou geven; een ‘huis’ dat zelfs heerlijker is dan de tempel: de kerk, de verzameling van vrijgekochten door Jezus.

Voor Utrecht is nu de tijd aangebroken om Gods tempel te herbouwen. Dat vraagt geloof, ijver, inzet en het volgen van je leiders. Vandaag hebben we weer een stap gezet, er zullen nog vele volgen.

Vandaag is weer een nieuwe stap gezet (misschien ook een tussenstap) en weer ben ik de eerste spreker. Verder borduren op het thema uit Haggaï.
Ondertussen zijn we met zijn allen verder gegaan om de kerk te ontwikkelen.

November (Joop): serie leven moet je leren: leven uit geloof
December(Joop): advent: leven in verwachting

Vandaag: leven met perspectief

Lezen: Haggaï 2:1-9:

In het tweede regeringsjaar van koning Darius, 1 op de eenentwintigste dag van de zevende maand, sprak de HEER opnieuw bij monde van de profeet Haggai. Hij droeg hem op: 2 ‘Zeg tegen Zerubbabel, zoon van Sealtiël en gouverneur van Juda, en tegen Jozua, zoon van Josadak en hogepriester, en tegen wie er van het volk nog over zijn: 3 “Wie van jullie heeft deze tempel nog in zijn vroegere luister gezien? En hoe ziet hij er nu uit? Jullie denken zeker dat het niets meer kan worden!” 4 Maar houd vol, Zerubbabel – spreekt de HEER –, houd vol, Jozua, zoon van Josadak en hogepriester; jullie allen, bewoners van dit land, houd vol! – spreekt de HEER. Werk door, ik ben bij jullie – spreekt de HEER van de hemelse machten. 5 Dat heb ik jullie beloofd toen jullie wegtrokken uit Egypte; ik zal steeds in jullie midden aanwezig zijn, wees dus niet bevreesd. 6 Want dit zegt de HEER van de hemelse machten: Nog een korte tijd, een ogenblik slechts, en ik zal de hemel en de aarde, de zee en het land doen beven. 7 Alle volken breng ik in beroering, hun schatten zullen mij toevallen en mijn huis zal ik vullen met pracht en rijkdom – zegt de HEER van de hemelse machten. 8 Het zilver is voor mij en het goud is voor mij – spreekt de HEER van de hemelse machten. 9 De luister van deze tempel zal groot zijn, nog groter dan voorheen – zegt de HEER van de hemelse machten –, en van hieruit zal ik jullie vrede en voorspoed geven – spreekt de HEER van de hemelse machten.’

Dit gedeelte gaat over perspectief:
• Wat zie je? B.v. de situatie in de wereld, je eigen leefsituatie, de situatie in de kerk  >> voortdurende verhuizing, wisseling van leiders, gemeenteleden die weggaan omdat ze verschillen van visie op de kerk.
• Hoe ‘waardeer’ je wat je ziet? Ernstig? Hoopgevend? Verwachtingsvol? Bezorgd?

Belangrijk voor het zien is:
• de goede bril (b.v. leesbril of multifocale glazen)
• het juiste denkkader: je interpreteert dingen vanuit wat je weet, je ervaring etc.
Ons ‘denkkader’ is de Bijbel; het evangelie van het Koninkrijk. Wij interpreteren de dingen vanuit wat de Bijbel laat zien (vgl. Haggaï 2).

Geschiedenis:

Omdat Israël er zo’n potje van had gemaakt, maakte God een einde aan hun verblijf in het land dat Hij beloofd had.
Eerst werd het Noordelijke rijk (Israël – het meest goddeloze) weggevoerd door de Syriërs (omstreeks 700 v.C.), daarna het Zuidelijke rijk (Juda) door de Babyloniërs (omstreeks 580 v.C.).

Maar God had door de profeten beloofd dat ze (de Joden) weer terug zouden keren naar hun land (Jeremia: na 70 jaren).

In 533 v.C. werd door de teruggekeerde ballingen o.l.v. Zerubbabel en Jozua in opdracht van koning Kores van Perzië begonnen met de herbouw van de tempel: als eerste werd een fundament gelegd, waarop de tempel moest herrijzen.
Dat was voor de Joden een geweldig moment: er was nog niet veel te zien, maar vanaf nu konden ze gaan verder bouwen en zien wat God kon doen.

Lezen: Ezra 3:10-13:

10 Terwijl de bouwers de fundamenten van het heiligdom van de HEER legden, stelden de priesters, gekleed in ambtsgewaad, zich op met trompetten, en de Levieten, de nakomelingen van Asaf, stelden zich op met cimbalen, om de HEER te prijzen volgens de aanwijzingen van David, de koning van Israël. 11 Zij dankten en prezen de HEER, en ze zongen in beurtzang: ‘Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw aan Israël.’ Heel het volk begon daarop luid te juichen en de HEER te prijzen omdat de fundamenten van de tempel van de HEER werden gelegd. 12 Veel priesters, Levieten en familiehoofden, de ouderen die de eerste tempel nog hadden gezien, huilden luid toen voor hun ogen de fundamenten van de tempel werden gelegd, maar vele anderen juichten en jubelden. 13 Juichen en huilen waren niet meer te onderscheiden, het gejubel was zo sterk dat het tot op grote afstand te horen was.

Realiteit:

Door tegenwerkingechter  van de in het gebied wonende mensen kwam de bouw daarna 13 jaar stil te liggen.

Pas in 520 werd onder aansporing van Haggaï en Zacharias weer met de bouw verder gegaan (zie preek 15-1-17).
Ondanks de tegenstand begonnen ze gewoon verder te gaan met de bouw en riepen ondertussen de hulp in van de huidige koning van Perzië (Darius).

Dat leidde ertoe dat ze niet alleen bescherming kregen tegen hun tegenstanders, maar ook voorzien werden van middelen om de bouw verder te voltooien.

Het breekpunt was echter dat ze ondanks tegenstand, ondanks problemen en gebrek aan alles, besloten om te horen naar de profeten en met ijver het werk ter hand te nemen.

En God zegende dat, want in 516 (17 jaar nadat de bouw was stilgelegd) kwam de tempel klaar en vierden ze feest.

Lezen: Ezra 6:13-16:

Tattenai, de gouverneur van de provincie Trans-Eufraat, Setar-Boznai en hun ambtgenoten voerden nauwgezet uit wat koning Darius bevolen had. 14De oudsten van de Judeeërs vorderden gestaag met de bouw, dankzij het optreden van de profeet Haggai en van Zacharia, de kleinzoon van Iddo. Zij voltooiden de tempelbouw zoals de God van Israël en de Perzische koningen Cyrus, Darius en Artaxerxes bevolen hadden. 15In het zesde regeringsjaar van koning Darius, op de derde dag van de maand adar, was de tempel gereed. 16De Israëlieten, de priesters, de Levieten en de overige teruggekeerde ballingen, vierden de inwijding van de tempel van God met vreugde.

Daarna duurde het nog tot ongeveer 450 v.C. voordat de eredienst van de tempel en de herbouw van Jeruzalem tot stand kwam door de laatste groep teruggekeerde ballingen o.l.v. Ezra en Nehemia:
Ongeveer 70 jaar nadat God begonnen was aan het hart van koning Kores te werken om de Joden terug te laten keren, zoals Daniël had uitgezocht aan de hand van de profetie van Jeremia.

Elementen die we kunnen leren uit deze geschiedenis:

1. God is getrouw: wat Hij gezegd heeft, zal gebeuren (vgl. de 70 weken – Jeremia 25:11; 29:10; Dan. 9:2.

2. De gemeente wordt gebouwd op het fundament van apostelen en profeten (Efez. 2:20). Wat heeft God over deze gemeente gesproken?
Welk fundament (o.a. m.n.v. apostelen) is/wordt gelegd?

3. Zijn wij gehoorzaam om de opdracht van God uit te voeren, of laten we de bouw gewoon liggen omdat het moeilijk is of we het niet zien gebeuren?
Vgl. niet alleen de oudsten hebben de opdracht om te bouwen en zich te laten bouwen; ook de andere leden:
Voeg u bij hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, 5en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn. (1 Petr. 2:4,5).

4. Hoe ga je om met tegenstand? Tegenslag? Vijandigheid?
De mannen en vrouwen Gods in de Bijbel legden het voor aan God en verwachtten Zijn ingrijpen. En God greep in:

Mozes kreeg toestemming te vertrekken
Jozua kreeg hulp en leiding bij Jericho (de 1e stad)
David werd koning ondanks Sauls tegenwerking
Daniël kreeg antwoord op de vraag naar het herstel
Nehemia slaagde erin Jeruzalem te herbouwen
De apostelen kregen ´groen licht´ om het evangelie te verspreiden ondanks het verbod
Paulus beëvangeliseerde de ‘hele’ toenmalig bekende wereld.

5. Geloof/Vertrouw je God?
Heb je Hem gehoord, ook voor je eigen leven?
Ben je bereid te volgen, ook als het niet zo florissant lijkt?

Als Jezus terugkomt, kijkt Hij niet naar hoe we ons ontplooid hebben, wat we allemaal bereikt hebben, maar:
Hoe we zijn omgegaan met het geen Hij ons heeft toevertrouwd. Onze trouw daarin bepaalt onze beloning:
Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar bent gebleken in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” (Matth. 25:21)

6. Belangrijk: Hoe zie je deze gemeente? (perspectief).
Een plek om aan jouw wensen/ideeën tegemoet te  komen?
Waar in de eerste plaats jij gebouwd wordt? En voor jou gezorgd wordt?
Of als de plaats waar God ‘woont’ en Zijn Naam geëerd wordt?
Het licht van de wereld? Met als doel het evangelie te verspreiden?

Slot:

Deze preek ging over ‘leven met perspectief’.

Je perspectief bepaalt:
– Hoe je leeft
– Welke keuzes je maakt
– Hoe dienstbaar je je opstelt?
– Of je bereid bent offers te brengen en je eigen ideeën ondergeschikt te maken aan de opdracht van de kerk en de oudsten
– Of je meebouwt of alleen consumeert (of erger) kritisch bent.

Elke gemeente kent mensen die ‘afhaken’ om allerlei redenen. Maar de mensen die Jezus willen horen ‘weel done’ blijven trouw aan de opdracht om de ‘tempel’ te herstellen, zelfs onder tegenstand.