Surfen en tentharingen

Arjan van BelleWeblog

Surfen en tentharingen

Rick Warren gebruikt in zijn boek ‘Doelgerichte Gemeente’ dit plaatje om duidelijk te maken dat de grote kerk die hij leidt, Gods werk is.

God geeft de golven

Het is God die de golf geeft. Het is God die de mensen waaruit de kerk is opgebouwd gegeven heeft. Het is God die het moment waarop de golf ontstaat bepaalt. Denk aan de apostel Paulus die in Fillipi (het noorden van Griekenland) zakenvrouw Lydia het goede nieuws van Jezus uitlegt. In Handelingen 16:14 staat: “De Heer opende haar hart voor de woorden van Paulus.” God bepaalt de hoogte van de golf en hoe ver de golf door rolt. En zoals de surfer de vaardigheid, de kunst van het surfen, onder de knie moet zien te krijgen, zo moeten de leiders van een kerk leren de kerk van de Here Jezus te leiden. Leren om net als Paulus het goede nieuws van Jezus uit te kunnen leggen. Leren hoe ze de mensen waaruit de kerk bestaat moeten onderwijzen. Leren hoe ze mensen in hun kracht kunnen zetten zodat ze Gods plannen voor hun leven kunnen ontdekken en kunnen uitleven. De golf en de vaardigheid van de surfer maken samen dit bruisende plaatje: Een fantastisch wervelende foto van een sporter. Van iemand die de kunst heeft geleerd van het samenspel tussen de kracht van de natuur en zijn eigen bekwaamheid. En alle eer gaat naar die golf! Hij surft! Lees je verder door in Handelingen 16 dan lees je hoe Lydia met haar eigen huis faciliteert in het bijeen brengen van de volgelingen van Jezus. God en de vaardigheden van Paulus hadden dit tot stand gebracht. God en de vaardigheden van Lydia brachten een kerk bijeen. En alle eer gaat naar God!

Fantasie?

Als ik naar deze foto kijk ga ik fantaseren. Dan voel ik als het ware het spel tussen mijn lichaam en de natuurkrachten. Je voelt de adrenaline door je aderen stromen. Je voelt de wind in je haar. En denkt: “Deze golf ga ik ‘pakken’.” Gaaf! Dit is het plaatje dat steeds in mijn gedachten komt als ik aan Evangelische Kerk Utrecht denk. En daaruit ontstaat het gebed: “Als God niet de golven geeft zijn we voor niets aan het zwoegen. Het moet echt, echt, van God zijn. Voor minder doe ik het niet.” [1] Niemand probeert te surfen zonder golven. Dan plons je maar wat in het rond. Dat is niks. Dit plaatje staat in de eerste plaats voor 100% afhankelijkheid van God. Maar het andere aspect is: Je kunt niet zomaar surfen! Dat is hartstikke moeilijk! Dat moet je leren! Op elk gebied van je leven met God, zul je God moeten zoeken en op Hem moeten wachten. Je zult moeten leren vertrouwen dat Hij de juiste golven geeft op de juiste tijd en je zult je moeten oefenen in de schone kunst van de ‘surfsport’. Je zult dingen moeten leren. De juiste houding. De juiste vaardigheden om dat te doen dat God je te doen geeft. Net zoals een surfer reageert op een golf, reageren op dat wat God geeft. Discipline. Uithoudingsvermogen. En precies zoals lichamelijk fit worden heel belangrijk is voor een surfer, moet je geestelijk fit worden! Zijn stem verstaan, op Hem vertrouwen en de durf om de stap te zetten. En dan peddel je erop uit met je surfplank de branding in en pak je die golf! Net als de surfer de durf heeft om op zijn plank te gaan staan en de golf te ‘pakken’. Dan heb je de durf om datgene te doen wat God geeft! Het is een prachtig plaatje! Actie!

Marcuscentrum

De afgelopen weken waren voor ons als kerk, voor ons als leidersteam en voor mij persoonlijk een rollercoaster, een achtbaan. Eind oktober gingen we in gesprek met de Marcuskerk. Toen was het helemaal niet zeker dat we bij hen een ruimte om samen te komen zouden kunnen huren. Drie weken later, halverwege november, wilde de Marcuskerk al dat we direct een oefenzondag zouden doen. Ik reageerde met: “Vanwaar die haast?” “Nou, wij gaan ervan uit dat het contract in januari ingaat dus leek ons dat gepast.” “Euh, ’t is bijna december! We weten nog niet eens hoe het zit met de opzegtermijn van de huidige locatie.” Eerlijk gezegd ging het mij te snel. Toch moesten we de knoop doorhakken wanneer we dan wél zouden verhuizen. Gezien de oefenzondag op 4 december en de reacties van de kerkleden en gasten daarop, leek het erop dat men liever gisteren dan vandaag al verhuisd was. De school De Passie, onze huidige verhuurder, gaf ons te kennen dat we géén opzegtermijn zouden hebben, en we waren zo vrij als een vogeltje in de lucht. Organisatorisch leek het me nog steeds niet zo eenvoudig. Maar ik heb in mijn geestelijk leven leren surfen. Nog niet zo goed als de man op het plaatje, maar ik ben onderweg. Ik heb de techniek geleerd en geoefend. De juiste houding geleerd. Vaardigheden geleerd. Geleerd te reageren op wat God geeft. Discipline. Uithoudingsvermogen. Net als de apostel Paulus in 1 Korintiërs 9:23-27 en Filipenzen 3:12-14 strek ik me uit om geestelijk fit te worden en werk ik aan mijn conditie. Ik leer Gods stem te verstaan. Ik leer te vertrouwen op God. Ik leer ‘durf’ te hebben om op te gaan staan en datgene te doen wat God geeft. Naarmate je ergens goed in bent, of steeds beter in wordt, net als die surfer, ga je het steeds leuker vinden. De meeste mensen boeit het niet als je hele verhalen over machtig mooie golven verteld. Maar een surfer! Die droomt van mooie golven! En als die komen, heb je geen tijd om te aarzelen, dan moet je die pakken! Zo zien we de verhuizing naar het Marcuscentrum als een golf van God die we moeten pakken.

Een belangrijke golf

Het is belangrijk om te weten waarom we als leiders geloven dat de stap naar samenkomsten houden  in het Marcuscentrum zo essentieel is. Waarom geloven we dat de mogelijkheid om in het Marcuscentrum samen te komen zo’n door God gegeven golf is? Als kerk zijn we volop in verwachting van wat komen gaat. We hebben ontzettend veel woorden van God ontvangen. Woorden die een inkijk geven in de toekomst. Denk aan het woord uitgesproken door Jeremy Hazell over treinen vol zingende mensen die naar de kerk die samenkomt toestromen. Naast woorden die inkijk in de toekomst geven ook woorden die richtinggevend zijn. Woorden als “ik zie om jullie heen kerken met jullie DNA opduiken”, zijn niet alleen maar inkijkjes, of bemoedigingen maar ook richtinggevend. Daar moet je jezelf op voorbereiden. Zoals jezelf de vraag stellen: “Wat is dan ons DNA? Wie zijn wij eigenlijk?” Hier schrijf ik maar een hele korte alinea, maar dit is een proces van jaren geweest. Hieruit is de slagzin “het zijn van een Missionaire Resource Kerk met de naam Evangelische Kerk Utrecht ontstaan. We verlangen ernaar een kerk te zijn die doortrokken is van de missie die God Zijn Volk gegeven heeft. We verlangen ernaar een kerk te zijn die resources, onder andere bestaande uit mensen, middelen en geld, tot haar beschikking heeft om op andere plekken te kunnen voorzien. Om elders te kunnen pionieren en anderen te kunnen bijstaan in het vergroten van Gods Koninkrijk. Om bij te dragen aan een groeiend aantal gezonde kerken waar mensen Jezus leren kennen en gelovigen hun plek vinden. Van de week nog hoorde ik van een vriend dat hij door onze kerk geïnspireerd de naam Evangelische Kerk (met natuurlijk daarachter de plaats waar deze zich bevindt) wil gebruiken voor de kerk die hij aan het stichten is. Omdat deze naam uitdrukking geeft aan zijn droom voor de kerk, namelijk: Een plaatselijke kerk die het Evangelie van Jezus brengt. Als ik denk aan wat voor DNA je als kerk verspreiden wil, dan is dat het belangrijkste!

Tentharingen

Passend binnen de in de afgelopen decennia profetisch uitgesproken woorden over onze kerk kwam recent het volgende plaatje uit de Bijbel naar voren. Uit Jesaja 54:2-3a: “Kies een ruime plek voor je tent. Zet een grote tent neer. Gebruik grote tentkleden, wees niet zuinig. En gebruik lange touwen. Sla de tentpinnen stevig in de grond. Want je zal naar het noorden en naar het zuiden uitbreiden.” (Basisbijbel)

Dit plaatje dat Jesaja schetst is niet erg ingewikkeld. Kijk naar het bovenstaande plaatje en je zult begrijpen dat wanneer je tentharingen verder uit elkaar zet, de lijnen verlengd en flinke stukken tentdoek eraan naait, je een grotere tent krijgt! Maar de diepte van deze profetie opgetekend door Jesaja is in onze cultuur niet te bevatten. Zelfs liefhebbers van grote gezinnen in onze cultuur zullen niet de diepgang kunnen ervaren die dit beeld in zich droeg. Je woonplek groter maken omdat er een belofte was voor veel kinderen, een groot gezin dus, stond voor een enorme status. Aanzien. Het stond voor toekomstzekerheid: Je arbeidsongeschiktheidsverzekering, je WAO mét aanvullend pensioen en je uitvaartverzekering. In al die dingen én méér werd voorzien als je maar genoeg kinderen had. Had je die niet, dan was er geen verzekering of overheid die je enig vorm van toekomstzekerheid geven kon. Dan was je er slecht aan toe. Een grotere tent stond voor toekomstzekerheid. Bestendigheid. Hierbij was de cultuur veel meer een cultuur van “eer” versus “schaamte”. Je eer was aangetast als je geen kinderen had. Voor een vrouw die geen kinderen krijgen kon (waar Jesaja hoofdstuk 54 over gaat) betekende dit een leven vol verdriet en schaamte. Naarmate je dit meer gaat bevatten, begrijp je ook beter dat dit plaatje eigenlijk helemaal niet gaat om het krijgen van grote aantallen kinderen. Het gaat over een onvruchtbare toestand die omslaat naar een heel vruchtbare toestand. Het gaat over toekomstperspectief. Verwachting. In mijn Bijbel staat er boven dit gedeelte: “Eerherstel voor Jeruzalem, de bruid van de HEER“. De fysieke stad Jeruzalem is een beeld van de kerk. Nog een beeld van de kerk is een bruid (beide beelden kun je lezen in Openbaring 21:9-10). Toen Jesaja hierover schreef, wat wij in onze Bijbels kunnen lezen, zag hij vast en zeker de fysieke stad Jeruzalem voor zich. Jesaja’s woonplaats. Eén hoofdstuk eerder in het Bijbelboek Jesaja, Jesaja 53, spreekt hij profetisch over de komst van de Here Jezus. En dat is al vervuld zodat alle mensen uit elk volk dóór in Jezus te geloven bij Gods volk kunnen horen! En dus van een uitzichtloze situatie, onvruchtbaar, een leven zonder God, in één klap naar een eeuwigdurend toekomstperspectief gaan! Een leven in vriendschap met God! Bestendig! Voor eeuwig! Het Bijbelboek Openbaring spreekt van een ontelbare menigte uit iedere stam en iedere taal, uit elk volk dus, die zijn gaan horen bij het volk van God! Het zou mij niet verbazen dat dit het plaatje van de stad Jeruzalem dat Jesaja zag vele malen overtreft! Ik geloof met heel mijn hart dat dit beeld profetisch is voor ons als Evangelische Kerk Utrecht. We komen uit een periode van onvruchtbaarheid. Maar we mogen uitkijken naar een bestendige toekomst! Ik geloof met heel mijn hart dat dit plaatje een bemoediging is. Een inkijk in de toekomst. En ik ben ervan overtuigd dat dit richtinggevend is. Dat je hier op moet reageren als iets dat God geeft. Zoals een surfer reageert, anticipeert, op een golf. In Coffee Break Part 63 spreekt Mike Betts over vier belangrijke kenmerken (hallmarks) van de plaatselijke kerk. Dit aan de hand van 1 Timoteüs 5. Het tweede kenmerk dat Mike aanhaalt is dat de plaatselijke kerk zichtbaar samenkomt. Hij noemt dit als tegenreactie op een tendens dat ‘kerk zijn’ toch vooral heel organisch, spontaan en kleinschalig (bij elkaar in de huizen) lijkt te moeten zijn. Hoe waar die dingen ook zijn, de Bijbel spreekt wel degelijk over een opvallende, zichtbare, grote bijeenkomst van gelovigen. Hier de link naar het filmpje van Mike: https://www.youtube.com/watch?v=x1FysPdw6n8

Wanneer ik uitkijk naar de golven die God geeft, de dingen waarin Hij ons uitdaagt om met Hem samen te werken. Dan is zichtbaarder worden er één van. Ik ben ervan overtuigd dat de stap naar het Marcuscentrum, de ligging en de atmosfeer van het gebouw, een stap is in het wijder plaatsen van de tentharingen. In het langer maken van de scheerlijnen. In het aanbrengen van een groter tentdoek om meer mensen onderdak te kunnen bieden. Ik weet dat dit niet voor iedereen zo op het oog even zichtbaar is. Namelijk de samenkomstruimte in de Passie was groter. Daar zijn meer lokalen. Daar konden we vaker in als kerk. Er zijn daar zelfs meer parkeerplaatsen! Hoezo grotere tent?? Maar de toepassing van het plaatje ligt niet in de grote van het gebouw waar we samenkomsten organiseren. En niet om letterlijk meer mensen onderdak te kunnen bieden in een gebouw. Natuurlijk willen we dat ook, maar dit is niet de toepassing van het plaatje. De toepassing van het plaatje heeft te maken met de reikwijdte van de kerk. Doordat de plaats van samenkomst warmer is (zowel letterlijk als figuurlijk) en een gastvrijere sfeer biedt, zullen er meer mensen toe aangetrokken worden. Dat lijkt me een goed begin van het verplaatsen van een tentharing! Het aantal mensen op loop- en fietsafstand is vele malen groter. Voor een veel groter aantal mensen een kleine stap dus om eens te komen naar een plek waar het Evangelie verteld wordt! Ik heb letterlijk tweemaal meegemaakt dat mensen onze oude locatie niet konden vinden, dat lijkt me schier onmogelijk bij het Marcuscentrum. Over van een onvruchtbare situatie naar een vruchtbare situatie gaan gesproken! Vanwege verbouwingen zouden we sowieso uit het gebouw van de Passie moeten, door weg te gaan zegenen we ze. Door omstandigheden in de Marcuskerk zegenen we deze broeders en zusters met onze komst ook weer. We zijn geroepen de bloei van de stad te zoeken (Jeremia 29:7). Om waar we ook maar zijn, de mensen om ons heen te zegenen. En als laatste zie ik zelf vanuit het Marcuscentrum in mijn geestesoog als het ware de tentlijnen naar het noorden en het zuiden, naar het oosten en het westen gespannen worden. Daar waar we voorheen maar naar één kant konden uitreiken omdat op de andere kanten gewoonweg niemand woonde, zijn we nu omringt door mensen! Van wie God oneindig veel houdt! En velen weten dit nog niet eens! Voor mij is het plaatje van een tent dat een grotere spanwijdte krijgt een levendig plaatje.

Deze golf gaan we pakken

Persoonlijk is dát de doorslag geweest om enorm vóór deze grote en best abrupte stap van het verhuizen te zijn. Ik zie een golf, waarvan ik overtuigd ben dat we die als kerk moeten “pakken”. Absoluut overtuigd zelfs. De kerk bestaat uit mensen. Dat zijn wij. Ik wil dat spel, dat soms kan voelen als een gevecht met de natuur, dat spel tussen wat God doet en wat wij doen, aangaan. Ik wil de adrenaline door mijn aderen voelen stromen. De wind in mijn haar. “Deze golf gaan we ‘pakken’.”

Happy surfing everybody!

Arjan van Belle

[1] Geïnspireerd door Psalm 127:1