
Marten Jan Heida
In 2016 zijn we begonnen met het onderwerp “Refresh”. De bedoeling hiervan is dat we eens naar ons leven kijken op een nieuwe manier, zowel persoonlijk als voor de kerk. Hoe staan we ervoor? Hoe leven we?
Jacobus 1:22-25:
22 En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders. Anders bedriegt u uzelf. 23 Als iemand immers een hoorder van het Woord is en geen dader, lijkt hij op een man die het gezicht waarmee hij geboren is, in een spiegel bekijkt, 24 want hij heeft zichzelf bekeken, is weggegaan en is meteen vergeten hoe hij eruitzag. 25 Hij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft, die zal, omdat hij niet een vergeetachtig hoorder geworden is, maar een dader van het werk, zalig zijn in wat hij doet.
Eigenlijk vallen meteen twee dingen op: EN laat zien dat hiervoor iets heeft gezeten en het stuk roept op om in actie te komen. Als we kijken naar de Jacobusbrief, dan valt op dat je van Jacobus eigenlijk best veel moet. Lang geleden wilde meneer Luther de Jacobusbrief eigenlijk uit de canon van de bijbel hebben, omdat er te weinig genade uit naar voren zou komen. En als je zo op het eerste zicht snel kijkt, dan zou hij wel een punt kunnen hebben gehad.
Wat voor ons als christenen erg belangrijk is, is om te weten dat God de uiteindelijke schrijver is geweest van de Bijbel. Hij heeft mensen gebruikt om te schrijven, maar uiteindelijk is Hij de schrijver. Als God de schrijver is geweest, geloven we ook dat er geen fouten staan in de bijbel. Psalm 119:160 zegt hierover: Heel uw woord is de waarheid, al uw rechtvaardigde verordeningen zijn voor eeuwig. Heel uw woord is de waarheid, dit zegt dat het woord van God overeenkomt met zichzelf en niet tegenstrijdig is. Als er wel fouten in staan, dan zouden we dus accepteren dat God fouten maakt, terwijl Hij van zichzelf zegt dat Hij perfect is. Dat zou dan niet met elkaar overeen komen. Sommige mensen houden een behoorlijk liberaal beeld vast van hun blik op de bijbel. Ze zeggen dan: “De bijbel is bedoeld om ons te leren hoe we ons als christenen moeten gedragen en hoeft niet in alle punten met zichzelf overeen te komen.” Die visie zouden we kunnen vasthouden en dat zou een hoop gezeur schelen, vooral op theologische inzichten waar mensen nog wel eens met elkaar kunnen verschillen. Dan zou je kunnen zeggen: “Jij vindt dit van dit Bijbelgedeelte, ik vind dat. Dat is allebei goed.”
Als we dat standpunt vast zouden houden, dan komen we in problemen met het feit dat God geen fouten maakt en dat de bijbel overeen moet komen met zichzelf. Want hoe kan God zichzelf nou tegenspreken. Hoe zouden we God kunnen vertrouwen als Romeinen spreekt over rechtvaardiging door geloof en Jacobus spreekt over rechtvaardiging door werken? Als we zeggen dat God hier een klein foutje heeft gemaakt, maar dit niet erg is, wie garandeert ons dan dat er geen andere foutjes in de bijbel staan? Wie garandeert dan dat er wel echt genade is, of dat er wel echt vergeving is, of dat de hemel echt wel bestaat? We zullen op deze schijnbare tegenstelling een antwoord moeten vinden.
Iedere uitleg van een vers uit de bijbel moet in overeenstemming zijn met de rest van de bijbel. Dan kan je met Jacobus heel makkelijk een probleem hebben. Romeinen spreekt over de rechtvaardiging door het geloof alleen. Galaten 2:16: Wetende dat de mens niet gerechtvaardig wordt uit werken der wet, maar door het geloof in Christus Jezus, zijn ook zelf tot het geloof in Christus Jezus gekomen, om gerechtvaardigd te worden uit het geloof in Christus en niet uit werken der wet. Want uit werken der wet zal geen vlees gerechtvaardigd worden.
Dus er staat in de bijbel dat we gerechtvaardigd worden door geloof en niet door werken. Maar dan komen we dus bij Jacobus en daar zien we dat een mens gerechtvaardigd word door werken en niet enkel maar door geloof. Daar hebben we dus een probleem.
Als je dus niet gelooft in het feit dat God de bijbel door God geïnspireerd is, dan kan je zeggen dat Paulus een bepaalde blik op het christendom heeft en Jacobus een andere. Dan heb je alleen wel een geschiedkundig probleem. Jacobus was zeer waarschijnlijk de broer van Jezus, maar zeker een belangrijke leider in de kerk van Jeruzalem. En Paulus is één van de belangrijkste schrijvers in de bijbel geweest. De brieven bestonden in de gelijke tijdspanne met elkaar en het lijkt alsof niemand in die tijd hier een probleem van maakt. Ze zijn beiden geaccepteerd in de canon van de bijbel. Dus moet er ergens een oplossing zitten. Die oplossing gaan we vinden in het bestuderen van woorden en de vertalingen daarbij.
Als we kijken naar het woord rechtvaardiging dan gaat daar de oplossing zitten. Als je kijkt in de grondtekst zie je dat het woord Dikaioõ voornamelijk op twee verschillende manieren wordt vertaald. De ene is dat je rechtvaardig genoemd wordt door God. De andere is dat je rechtvaardiging laat zien aan anderen. Er zijn dus twee verschillende vertalingen van het woord Dikaioõ zowel het rechtvaardig genoemd worden door God, zoals Romeinen laat zien. Dat gebeurd op het moment dat we christenen worden en God zegt dat er geen veroordeling is voor hen die in Christus Jezus zijn. Je bent vergeven. En in Jacobus wordt voornamelijk gesproken over het aan anderen laten zien dat je gerechtvaardigd bent door werken en niet enkel door geloof. Dat is ook waarheid, als je geen veranderd leven hebt, hoe kan iemand dan zien dat je gelooft? Kijken we dan naar, bijvoorbeeld, de Bergrede van Jezus of ander onderwijs van Jezus (Waarbij Hij in Lucas 11:18 zelfs zegt: “Wat heerlijk is het als mensen God woorden horen en ze ook doen!”), dan zien we dat Jezus zelf opriep om doeners te zijn van het geloof.
Dit laat zien dat de bijbel in overeenstemming is met zichzelf en er dus geen fouten in zitten. Ik weet niet hoe en of het gebeurd is dat Luther hier ook van overtuigd raakte, maar hier zie je wel het belang van studie in de bijbel. Ik heb gemerkt dat het heel eenvoudig is om zomaar onderwijs tot me te nemen en zelf vervolgens geen studie te doen naar datgene wat die spreker zegt. Dat heeft er bij mij toe geleid dat ik op een gegeven moment erg de fout in ging met een bepaalde theologie. Maar juist mijn eigen onderzoek in de bijbel en onderwijs van mensen waarvan ik na onderzoek wist dat ze goed zaten, hebben mij geholpen om niet even in de spiegel te kijken en weer door te lopen. Ik ben het gaan onthouden.
Je bent pas gelukkig als je doet wat Jezus zegt.
V25: Hij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft, die zal, omdat hij niet een vergeetachtig hoorder geworden is, maar een dader van het werk, zalig zijn in wat hij doet.
Als we datgene doen wat er in de bijbel staat, zullen we gelukkig zijn. Dat zegt niet alleen Jacobus, maar ook Jezus als hij spreekt in Johannes 13:17: “Het is heerlijk voor jullie als jullie dat begrijpen en je ook zo gedragen.” Maar ook in Lucas 11:28 zegt Jezus: “Gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven.” Gods definitie is wel wat anders dan hoe wij tegenwoordig geluk definiëren. Het geluk wat de wereld kent, hangt af van de omstandigheden. Hoe je jezelf voelt in een bepaalde situatie, of wanneer je de 100.000 wint in de loterij. Het geluk wat God voor ons voor ogen heeft, heeft veel meer diepgang. Dat zit in het eeuwige leven wat wij hebben. Een leven samen met God en dat is weggelegd voor iedereen die Jezus aanneemt.
Omdat de zonde in de wereld gekomen is, is er scheiding tussen God en mensen ontstaan. Door de geschiedenis van de bijbel heen zie je dat God iedere keer weer het initiatief nam om bij mensen te zijn. Uiteindelijk is Jezus naar de aarde gekomen. God had dat al beloofd op het moment dat Hij Adam en Eva uit de Hof van Eden stuurde. Jezus was God op aarde en leefde onder de mensen, zodat mensen weer in verbinding konden komen met God. God was op één plaatst op aarde, onder de mensen. Jezus is gekruisigd, en dood gegaan aan het kruis. Na drie dagen is Hij opgestaan uit de dood. Hierdoor werd het voor ons weer mogelijk om tot God te komen (vb kerstpreek van Arjan). Jezus is weer teruggegaan naar de hemel en zond de Heilige Geest die in ons woont. Nu woont God in ons en zijn we een tempel van de Heilige Geest. Wij hebben directe toegang tot God, zonder hier allemaal rare dingen voor te hoeven doen.
Als je jouw leven nog niet aan God hebt gegeven door Jezus aan te nemen als jouw redder en Heer in je leven, dan wil ik je bij dezen uitnodigen om dat te doen.
Die aanname van Jezus als redder en Heer in jouw leven, zorgt ervoor dat je een leven met God hebt tot in alle eeuwigheid. Daarna ontstaat, als het goed is, een verlangen om datgene wat Jezus gezegd heeft ook om te zetten in daden.
Jacobus roept ons op om het geplante woord van het evangelie, in al zijn consequenties aan te nemen. Dat hebben de apostelen gedaan, maar ook wij worden opgeroepen dit te doen. Jacobus geeft er ook een reden voor. Het woord van het evangelie, hangt nauw samen met de wet van de vrijheid zoals we zojuist lazen. Het evangelie geeft vrijheid, echte vrijheid. Niet een vrijheid waarin je maar kunt doen en laten wat je zelf wilt, want dat beschadigd jezelf en anderen. Maar een vrijheid die ervoor zorgt dat je kan groeien en jezelf en anderen kunnen ontwikkelen.
Als je van mening bent dat je enkel maar een hoorder hoeft te zijn van het goede nieuws en het niet in actie hoeft te brengen, misleid je jezelf. Je maakt jezelf alleen maar wat wijs. Hij kijkt even in de spiegel en vergeet vervolgens hoe hij eruit zag. De spiegel is het woord van God en daaraan mag je jouw eigen handelen reflecteren.
Hoe slechts een hoorder in de spiegel kijkt…
Ik heb jarenlang langer haar gehad dan ik nu heb. Op een één of andere manier deed de kapper er alleen steeds langer over om mijn haar te knippen. Dat kwam niet omdat het zoveel was, maar omdat ze er steeds meer naar moest zoeken. Rond mijn 25 jaar zei ze tegen mij dat ze zich afvroeg of ik nog wel haar zou hebben op het moment dat ik zou gaan trouwen. Iedere keer dat ze mij zag werden de plekken op mijn hoofd die wat kaler werden groter en mijn haardos dunner. Uiteindelijk heb ik een jaar of 4,5 geleden besloten om mijn haar maar eens af te scheren en voor korte stekels te gaan. 2MM was voldoende en ik had een compleet ander gezicht. De eerste week of weken dat ik zulk kort haar had, merkte ik dat ik iedere keer dat ik langs een spiegel liep even twee keer moest kijken. Eigenlijk verbaasd hoe ik eruit zag en ik herkende mijzelf eigenlijk niet. Naarmate de tijd vorderde ben ik steeds meer gewend geraakt aan mijn huidige haardracht en herken ik mij eigenlijk niet meer in mijn oude kapsel. Maar dat heeft wel even wat tijd gekost.
Jacobus maakt het vergelijk van iemand die enkel een hoorder is als iemand die in de spiegel kijkt en meteen vergeet hoe hij eruit ziet. Denk bijvoorbeeld aan iemand die al iemand die super druk is en nooit de tijd neemt om eens echt te gaan lezen wat er in de bijbel staat. Of als je gaat zitten van: “JA, dat heb ik nu al zo vaak gehoord.” Als je alleen maar een oppervlakkige hoorder bent van Gods woord, dan zal je nooit een doener worden.
Het beeld wat hier gebruikt wordt, komt misschien vreemd over, maar was wel realiteit in die tijd. Er waren in die tijd al spiegels, misschien niet zo mooi en goed zoals nu, maar ze waren er. Daarnaast was het in die tijd wel een gebruikelijke manier om een levensstijl aan de orde te stellen. Maar de manier waarop Jacobus hier de spiegel gebruikt is een andere dan de verschillende auteurs in die tijd. Het ging hem niet om de spiegeling op het eigen leven, zoals we nu wel eens het gedrag van mensen spiegelen. Maar Jacobus wil wijzen op het vluchtige karakter wat het kijken in de spiegel vaak inhoud. Denk maar eens hoe vaak je een spiegel tegenkomt in het dagelijks leven De meesten van ons kijken er altijd wel even in. Maar echt de tijd nemen om even goed in de spiegel te kijken, doen je maar weinig.
Als je alleen een hoorder wilt zijn van het woord van God, dan kan je jezelf vergelijken met iemand die alleen maar langs de spiegel loopt. Je ziet jezelf, maar merkt jezelf niet eens op. De 20 spiegels tot nu toe: 3-4 thuis, 3 met de auto, 9 spiegels met de auto’s hier op het plein, hier bij het binnenkomen staat een spiegel, in de wc’s hangen er een aantal en daarnaast de spiegelingen in de ramen. En natuurlijk de belangrijkste, deze hier. Maar hoe vaak heb je jezelf nou echt bekeken? Hoe vaak keek je en heb je onthouden wat je ziet? Degene die een hoorder is van het woord, is vergeten hoe hij eruit ziet, of eigenlijk hoedanig hij eruit ziet (grondtekst). Die hoedanigheid heeft betrekking op de persoon. Het vluchtig kijken in de spiegel maakt maar weinig indruk op de meeste mensen. Zo is het ook met het woord van God, als je maar oppervlakkig kijkt, dan ben je in feite alweer vergeten hoe het met je gesteld is tegen de tijd dat je weer met je andere werkzaamheden bent begonnen. En dat terwijl je toch de gelegenheid had om jezelf in de bijbel als in een spiegel te bekijken en te zien hoe je leven eruit ziet om vervolgens consequenties te trekken uit je levenswandel. Dat lukt niet als je alleen maar een hoorder bent van God woord.
Hoe een doener in de spiegel kijkt…
Een doener van Gods woord kijkt intenser naar de bijbel dan een hoorder. Het begint al met de manier waarop de doener naar de bijbel kijkt. De grondtekst spreekt hier over para-kupsas wat betekent dat je jezelf iets toebuigt om het te zien. Toen Petrus ging kijken in de graftombe waar Jezus had gelegen, toen deed hij ook aan para-kupsas; Hij boog zich voorover om naar binnen te kijken. Wanneer het in de vorm gebruikt wordt zoals het hier staat, wordt gesproken over het verdiepen in. Voor het Joodse gehoor moet het ook het beeld oproepen van een vrome Jood die zich voorover buigt om de Thora heel aandachtig te kunnen bestuderen.
Maar daar blijft het niet bij. Die doener gaat ook bezig met para-meinas en dat houdt in dat diegene erin blijft of erin volhard. In de letterlijke manier van spreken heeft het te maken met het op een feitelijke plaats blijven of bij iemand verblijven, maar hier heeft het te maken met het volharden in de bijbel of de “wet van de vrijheid” zoals Jacobus die hier noemt. De wet van de vrijheid eist ons eigenlijk geheel voor God op, niet afgeleid door allemaal andere dingen. Dit is een wet die in ons hart geschreven staat en daarom vrijheid brengt. Op het moment dat Gods woord compleet in ons hart geschreven staat, dan veranderd dat ons handelen van binnenuit.
Dat veranderen van binnenuit kan alleen maar als je Gods woord in je hebt, maar dat is ook iets wat je niet op eigen kracht kunt doen. Je kan zeggen dat je helemaal anders gaat leven en alleen nog maar voor God wilt leven. Misschien heb je dat, net als mij, wel eens geprobeerd. Ik kwam erachter dat dit op dag één nog wel redelijk lukte, dag twee ging het al lastiger en op dinsdag wist ik bijna niet meer wat geloof was. Dat was totdat ik doorhad dat ik het ook helemaal niet zelf kon. Het is alleen maar mogelijk wanneer je toestaat dat Jezus jouw leven door de kracht van de Heilige Geest wil veranderen. Ik had het net al even kort over dat we een tempel zijn van de Heilige Geest, omdat God in ons woont. We kunnen gewoon aan God vragen om ons te veranderen naar de manier hoe Hij ons wil hebben, vragen om inzicht in de bijbel en daar dan ook de tijd voor te nemen.
Het is belangrijk dat we ons blijven verdiepen in die volmaakte wet, omdat die ons vrij maakt voor een nieuwe manier van leven. Die nieuwe manier van leven begint bij het feit dat er geen veroordeling is voor wie in Jezus is. Op het moment dat jij jezelf steeds aangeklaagd voelt, is het belangrijk om te gaan leren wat de bijbel leert over aanklachten en Jezus. Dan kan de Heilige Geest met jou aan de slag tegen die aanklacht.
Het blijven verdiepen staat dus haaks op het weggaan zoals Jacobus beschrijft. Loop je even vlug langs die spiegel, of neem je de tijd, buig je jezelf toe en neem je de tijd om jezelf eens goed onder de loep te nemen? Als je jezelf de tijd geeft om je steeds weer opnieuw te buigen over de wet van de vrijheid, dan zal je geen vergeetachtige hoorder meer zijn. Dan zal je een dader van het werk van God zijn en dus iemand die echt doet wat God voorschrijft. Dat zal ervoor zorgen dat je gelukkig bent, ondanks welke omstandigheid ook.
Conclusie.
Ik denk dat ik met recht kan zeggen dat vrouwen zichzelf vaker en zorgvuldiger in de spiegel bekijken dan mannen. Dan durf ik zelfs de stelling wel aan dat een gemiddelde tiener helemaal vaak in de spiegel kijkt en elk detail weet van zichzelf. Hij/zij wil weten hoe hij/zij mooier kan worden. Een gemiddelde man kijkt vaak wat oppervlakkiger naar de spiegel en misschien interesseert het hem ook niet eens zoveel. Laten wij een voorbeeld nemen aan die gemiddelde tiener die in de spiegel kijkt, maar laten we dat dan doen voor het speuren in Gods woord en onderzoeken hoe we nog meer op Hem te lijken. Laten we kijken met een echt verlangen om te weten wat er nou echt wordt bedoeld voor ons leven van nu en er, samen met de Heilige Geest, mee aan de slag te gaan.
Laten we mensen worden die niet alleen de mogelijke tegenstellingen in de bijbel zien en dat accepteren, maar dan ook gaan onderzoeken hoe het dan feitelijk zit. Het geheim van het ontdekken van de bijbel ontdekken, dat is: “Lezen, Lezen en Lezen.” Woordstudies gaan doen om te kijken wat er nou echt staat zodat de Heilige Geest ons leven kan vormen. Laten we tijd nemen om hierover met elkaar te spreken en elkaar te schuren. Zodat we mensen zullen zijn waarmee het best leuk is om op te trekken. Mensen die vol zijn van Gods woord en dat woord van God ook in praktijk willen brengen.