Geld deel I -Wat is het en Waarom?

Arjan van BelleResources

Korintiers
Korintiers
Geld deel I -Wat is het en Waarom?
Aan het laden
/

“Geld, Wat en Waarom?” 2 Kor. 8

Eerste van twee zondagse boodschappen over geld. En ik ga het hebben over wat basis principes van Geld. Wat is Geld? En Waarom geld?

Definitie: Geld is een ruilmiddel dat in brede kring als betaalmiddel wordt aanvaard. Dus niet elke dag kip als dominee in My Little House op the Prairie.

De tekst voor vandaag uit de tweede brief geschreven door Paulus en zijn jonge leerling, zoon in het geloof, Timotheus. Iedereen vergeet dit altijd, en schrijft een groot deel van het Nieuwe Testament toe aan Paulus, maar Paulus schreef niet in zijn eentje. Hij werkte nooit in zijn eentje. Hij investeerde zichzelf altijd in mensen en deed het werk tussen de mensen weer samen met mensen. Teams!

En we lezen uit 2 Kor. 8. En laten we gewoon een paar verzen lezen, op de beamer:  1 Broeders en zusters, wij willen u niet onthouden wat Gods ​genade​ tot stand heeft gebracht in de ​gemeenten​ van Macedonië: 2 ze zijn door ellende zwaar op de proef gesteld, maar vervuld van een overstelpende vreugde en ondanks hun grote armoede zeer vrijgevig. 3 Ik verzeker u dat ze naar vermogen hebben gegeven, ja, zelfs boven hun vermogen. 4 Uit eigen beweging hebben ze ons dringend verzocht mee te mogen doen aan de collecte, waarmee de ​heiligen​ in Jeruzalem zullen worden ondersteund.

Wat is de situatie? Er was grote armoede in de kerk in Jeruzalem, in Israel. En andere kerken met wie Paulus en zijn teams relaties hadden hielpen mee met geld bij elkaar brengen om de nood in Jeruzalem te verlichten. Om te zorgen voor hun broeders en zusters in Jeruzalem. Kerken in Griekenland, Macedonië in het noorden en Korinthe meer zuidelijk, deden hieraan mee. En Paulus en Timotheus schrijven aan de Korintiërs hoe goed de kerk in het noorden meedoet aan deze collecte. Ze scheppen over ze op! Zij hebben zelf aangegeven te willen geven voor dit doel!

Ik kan ook opscheppen ergens anders over jullie: “Evangelische Kerk Utrecht geeft naar vermogen. Scherm. Zelfs boven vermogen.”

Vandaag twee principes, scherm:

1: Geld is neutraal! à Dus niet: Geld is de oorzaak van alle ellende, nee dat is geldzucht.

2: Geven is belangrijk! Je laat daarmee zien: Ik vertrouw God!

Geld is neutraal

Dit staat niet in deze tekst, maar Paulus schrijft aan dezelfde Timotheus, tegen het einde van zijn leven dit:

Het gevaar van rijkdom

1 Tim. 6:3 Er zullen ook mensen komen die andere dingen aan de broeders en zusters leren dan ik hun geleerd heb. Dat zijn trotse en eigenwijze mensen. Zij willen zich niet houden aan de gezonde woorden van onze Heer Jezus Christus. Ze houden zich niet aan de manier waarop we God moeten dienen. 4 Ze hebben er niets van begrepen. Ze maken ruzie en zeuren over onbelangrijke dingen. Ze veroorzaken jaloersheid, ruzies, geroddel en wantrouwen. 5 Al dat geharrewar ontstaat doordat ze niet meer helder denken en de waarheid zijn kwijtgeraakt. Ze denken dat het dienen van God een manier is om rijk te worden. Blijf bij zulke mensen uit de buurt. 6 Maar het dienen van God is wel een grote rijkdom, als we ook tevreden zijn met wat we hebben. 7 Want we hebben niets op de wereld meegebracht toen we geboren werden, en het is duidelijk dat we ook niets uit de wereld kunnen meenemen als we sterven. 8 Als we onderdak, eten, drinken en kleren hebben, moeten we tevreden zijn. 9 Maar mensen die graag rijk willen worden, lopen in de val van de duivel. Ze krijgen allerlei dwaze en verkeerde verlangens, waardoor het langzaam maar zeker slecht met hen afloopt. 10 Want het verlangen naar geld (=geldzucht, letterlijk liefde voor zilver) is de bron van al het kwaad. Sommige mensen zijn het geloof kwijtgeraakt en in allerlei ellende terecht gekomen, doordat ze zo graag rijk wilden worden.

11 Maar jij, man van God, blijf ver bij al deze dingen vandaan. Verlang naar eerlijkheid, een heilig leven, geloof, liefde, geduld en vriendelijkheid. 12 Doe je uiterste best voor het geloof. Grijp het eeuwige leven. Want daarvoor ben je geroepen en daarvoor heb je tegen heel veel mensen duidelijk over het geloof gesproken.

En vanaf 17:

17 Zeg tegen de mensen die rijk zijn in deze wereld, dat ze niet trots moeten zijn. Ook dat ze niet moeten vertrouwen op hun rijkdom. Eerste belangrijke punt uit vers 17 Die rijkdom kunnen ze ook zomaar weer kwijtraken. Maar ze moeten in alles vertrouwen op de levende God. Zoek Eerst Zijn Koninkrijk. Wat is Zijn koninkrijk? Dat is het rijk waar hij de baas is. Oftewel, maak hem baas, koning heerser over elk gebied van je leven, ook geld.  Hij geeft hun alles overvloedig, en wat komt er dan? Iedereen vergeet dit, speciaal Nederlanders: om van te genieten (Pred.5:18 Als God je rijk maakt, geeft Hij je de mogelijkheid om te eten en alles te hebben wat je nodig hebt. En om te genieten van alles waarvoor je zo hard hebt gewerkt. Dat is dan een geschenk van God. ) en om goede dingen mee te doen. 18 De bedoeling is dat ze gul zijn en veel van hun rijkdom uitdelen. 19 Zo zullen ze voor zichzelf een schat bewaren: de zekerheid op een goede toekomst. Want ze zullen het eeuwige leven krijgen.

Het stuk geschreven aan een leider van de kerk wat hij de mensen moet onderwijzen. Principes:

  • Geldzucht is een ramp. Geld zelf niet. Er zijn rijken. Rijk zijn is goed! Op beamer einde van vers 17. Genieten!
  • Niet op rijkdom vertrouwen maar op God.
  • Geniet van wat je hebt!
  • Rijken worden aangemoedigd om vrijgevig ze zijn. Ook wij zijn allemaal rijk.
  • Vers 18 Gul zijn!

Geld is goed. Geld is neutraal. Geldzucht is het probleem. Manier om van dat geldzuchtige af te komen? Geven!

Geven is belangrijk!

Scherm. En Paulus gaat verder in zijn opschepperij: Vers 5 En ze gaven aanzienlijk meer dan we hadden verwacht: door Gods wil gaven ze zichzelf in de eerste plaats aan de ​Heer, en vervolgens ook aan ons.

  1. Geef jezelf aan God, vertrouw eerst op Hem
  2. Geef dus ook geld
  3. En vertrouw het toe aan leiders, je geeft jezelf aan die leiders, zichtbaar met geld

Geld toevertrouwen, nog een Bijbels principe. Waar je schat is, daar zal ook je ​hart​ zijn.!!!!!!! (mat.6:21) Hij vertelt de Korintiërs dat de Macedoniërs toegewijde christenen zijn die zich Geven aan God en vervolgens geven ze zich aan de leiders van de gemeente.

Ik kan niet genoeg benadrukken dat de eerste tien procent van je inkomen geven aan God er toe doet! En ik wil er vandaag speciaal bij stilstaan waarom dit zo belangrijk is. Het Bijbelse principe van 10% geven vinden we in het oude testament. En het is altijd weer de discussie in hoeverre we dit kunnen vertalen naar nu. Nadat Jezus de wet vervult heeft. De tijd van het nieuwe Testament en verder. Beroemde tekst, uit Maleachi, oude testament: 10Stel mij maar eens op de proef – zegt de HEER van de hemelse machten. Breng alle ​tienden​ naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of ik niet de sluizen van de hemel voor jullie open en ​zegen​ in overvloed op jullie land laat neerdalen. Naast dit principe zien we daar ook het principe van de eerstelingen aan God geven. God vroeg in het oude testament om het eerste deel van de oogst, het eerste dier dat in de kudde geboren werd, om dat aan Hem te geven. Principe is= Ik vertrouw God (NL taal probleem, geloof/vertrouwen), Hij geeft mij een oogst, een kalfje, lammetje, de eerste pluk of de eerste graanoogst. En geef dit als blijk van dat Hij God is die ik vertrouw, Hij die het eerste recht heeft, geef ik het aan Hem. Ook al is mijn voorraad al op. Het eerste gaat naar Hem. Zelfde riedeltje als de drie punten op de Beamer! In OT gaf je je over aan God, vertrouwde Hem! Je liet dit zien door van je rijkdom te geven, aan de Leviet of de priester onder wiens gezag je stond en gaf van je rijkdom aan die leiders. 1 op 1 hoe het in het oude testament eraan toe ging! En tien procent plus eerstelingen zijn nauw verweven met elkaar. Ik geloof dat je het samen kunt pakken en kunt zeggen, de eerste 10% van wat ik verdien, ook al ben ik niet rijk, ook al is het een bijbaantje. Ik ken iemand die als student geld leende, en ik vroeg hem hoe hij hiermee omging en hij zei: Makkelijk, het leefgeld dat ik had, beschouwde ik als inkomen en gaf daar 10% van. En God zegent het. Hij doet dat gewoon. Er is nóg een aspect nauw verbonden met het geven van je eerste tien procent. Vertrouwen. Geloofsvertrouwen. Tekst uit Maleachi zegt: “test mij! Probeer het maar!” Probeer maar eens op Mij te vertrouwen. Jezus zegt: Vertrouw Mij maar. Zoek eerst Mij, en Mijn Koninkrijk en maak je geen zorgen! Ja maar ik ban al zo arm! Ja, dat is juist de test! Beproef Hij hierin zegt Jezus!

Manna

Kort kijken naar de wortel onzichtbaar als het gaat om geven aan God. Als het gaat om geloofsvertrouwen. Die test/beproeving. Toen het volk Israel in de woestijn rondzwierf was het vlak na de bevrijding door de Rietzee, of ook de Rode zee, vlak na de uitbundige lofprijs van de zus van Mozes dat het volk honger kreeg en bang was niets te eten. Ze hadden de wet van Mozes nog niet ontvangen, dat komt pas veel later, de Sabbat, de rustdag, was ook nog niet ingesteld en dan komt dat wonderlijke verhaal van Manna. Brood uit de hemel. Meesten kennen het verhaal.

Exodus 16:1 Vanuit Elim trok het hele volk van Israël weer verder. Op de vijftiende dag van de tweede maand na hun vertrek uit Egypte bereikten ze de woestijn van Sin, die tussen Elim en de ​Sinai​ ligt. 2-3Daar in de woestijn begon het volk zich opnieuw te beklagen. ‘Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte,’ zeiden ze tegen ​Mozes​ en ​Aäron. ‘Daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop brood te eten. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons hier allemaal van honger te laten omkomen.’

4De HEER zei tegen ​Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. De mensen moeten er dan elke dag op uit gaan om net zo veel te verzamelen als ze voor die dag nodig hebben. De Here Jezus leerde dat iedere dag genoeg heeft aan zichzelf. Leef 1 dag voor 1 dag. En Hij leerde dat je op Hem kunt vertrouwen, dag na dag. Wij proberen dat een dag, een week of een jaar. Nee iedere dag, altijd! Daarmee stel ik hen op de proef: ik wil zien of ze zich aan mijn voorschriften houden. Of je Mij vertrouwd, zegt Jezus. 5Op de zesde dag moeten ze tweemaal zo veel verzamelen en klaarmaken als op de andere dagen.’

En vanaf 14

14Toen de dauw opgetrokken was, bleek de woestijn bedekt met een fijn, schilferachtig laagje, alsof er rijp op de aarde lag. 15‘Wat is dat?’ vroegen de Israëlieten elkaar toen ze het zagen; ze begrepen niet wat het was. ​Mozes​ zei tegen hen: ‘Dat is het brood dat de HEER u te eten geeft. 16De HEER heeft bepaald dat ieder ervan kan verzamelen wat hij nodig heeft. Iedereen mag er één ​omer​ van nemen voor elke persoon die bij hem in de ​tent​ woont.’ 17De Israëlieten deden dat. De een verzamelde veel, de ander weinig. 18Toen ze het namaten, hadden zij die veel verzameld hadden niet meer dan een ​omer, en zij die weinig verzameld hadden niet minder, terwijl toch iedereen zo veel had genomen als hij nodig had. 19Mozes​ verbood om ook maar iets ervan tot de volgende dag te bewaren. 20Sommigen luisterden niet naar hem en bewaarden toch iets; de volgende morgen zat het vol wormen en stonk het. ​Mozes​ wees hen scherp terecht. Terechtwijzing Jezus? Ik wel.

21Elke morgen verzamelde ieder zo veel als hij nodig had; zodra de zon begon te branden, smolt het weg. 22Maar op de zesde dag verzamelden ze een dubbele hoeveelheid: twee ​omer​ per persoon. De ​leiders​ van het volk kwamen dit bij ​Mozes​ melden. 23Mozes​ zei tegen hen: ‘De HEER heeft dit zo bepaald. Morgen is het een dag van rust, een ​heilige​ ​sabbat​ ter ere van de HEER. Bak of kook daarom wat u wilt klaarmaken, en bewaar wat er overblijft tot morgen.’ 24Ze lieten dus iets over voor de volgende dag, zoals ​Mozes​ had opgedragen; nu stonk het niet en zaten er geen wormen in. 25‘Dit moet u vandaag eten,’ zei ​Mozes, ‘want vandaag is het ​sabbat, een rustdag ter ere van de HEER, en zult u buiten het kamp niets vinden. 26Zes dagen kunt u voedsel verzamelen, maar de zevende dag is het ​sabbat, dan is het er niet.’ 27Toch gingen sommigen ook op de zevende dag op zoek, maar ze vonden niets. 28Toen zei de HEER tegen ​Mozes: ‘Hoe lang blijven jullie nog weigeren mijn geboden en voorschriften in acht te nemen? 29De HEER heeft jullie de ​sabbat​ gegeven en daarom geeft hij jullie op de zesde dag voedsel voor twee dagen. Laat ieder dus op de zevende dag blijven waar hij is, niemand mag dan het kamp verlaten.’ 30Toen hield iedereen op de zevende dag rust.

31Het volk van Israël noemde het voedsel manna. Het leek op korianderzaad, maar dan wit, en het smaakte als honingkoek.

Wat we vanmorgen proberen helder neer te zetten is dat je omgang met geld, dat ruilmiddel, zodat je niet letterlijk schapen, graan en koeien hoeft te hebben, of alle dagen kip hoef te eten zoals de dominee in My Little House op the prairie, dat je omgang met geld, de eerste tien procent, je dagelijks brood, manna, álles te maken heeft met in hoeverre je God werkelijk vertrouwd. Het is niet iets voor rijke mensen. Ook niet voor superchristenen, nee, het is een onderwerp dat echt in het hart van een discipel van Jezus hoort te leven. Het zou, ik meen dit echt, één van de eerste stappen moeten zijn in je leven als volgeling van Jezus.

Het laatste wat er echt bij hoort is dat de eerste tien procent gebracht wordt daar waar je thuis bent. Je geestelijke familie. In het oude testament werd het gegeven aan de plaatselijke priester of Leviet, die zelf geen inkomen hadden door land of handel, maar hun dienst aan God deden. In het nieuwe testament zijn we allemaal Leviet/Priester en dienen we allemaal God. Echter de brug naar nu is dat de Bijbel duidelijk laat zien op meerdere plekken dat je geld geeft aan de leiders. Dus verschil OT versus NT en de brug, waar de vergelijking zit is wat je geestelijk huis is en wie dat leidt.