Jezus: “Bij Mijn Papa zijn heel veel kamers”

Arjan van BelleResources

Jezus leren kennen
Jezus leren kennen
Jezus: "Bij Mijn Papa zijn heel veel kamers"
Aan het laden
/

In het huis van Mijn Papa zijn heel veel kamers

Planes, trains and automobiles

Wie heeft er wel eens een dag gehad dat alles, maar dan ook echt alles tegen zit? Dat het lijkt alsof de hele mensheid, het hele universum, ja zelfs God tegen je is? Hoe harder je je best doet, hoe slechter het wordt? Zo’n dag dat je beter in bed had kunnen blijven. Een regenachtige dag zouden de Engelsen zeggen à A rainy day…

 

Over dit soort dagen zijn hele films en series verschenen. Ik las in een interview met acteur en komiek Gerard Cox (Toen was geluk heel gewoon) dat humor nu eenmaal moet schuren. Het moet ergens een beetje pijn doen.

 

Denk aan de oude filmkomedie Planes, Trains and automobiles. Een zakenman ver van huis wil naar zijn gezin om samen kerst te vieren. Het vliegveld zit vast vanwege sneeuw, de treinen schieten niet op, hij is dagenlang onderweg. Telkens wanneer hij denkt dat hij een tegenslag gehad heeft, vertraging bij het vliegveld door slecht weer, komt vervolgens de volgende tegenvaller alweer om de hoek: Dat er helemaal geen vliegtuigen gaan de komende 48 uur of dat er een mede gestrande passagier is die met je samen wil optrekken, waar je maar niet vanaf komt. Dat ging zo ver dat ze samen in een slecht hotel terecht komen met maar één krakkemikkig bed…

 

Vakantietijd en reizen is ook wel zo’n ding waar alle ergernissen en tegenslagen samengepakt op een hoop terecht komen. Ik word er ook redelijk gestrest van.

 

Twee weken geleden nog. We hadden een goede reis naar huis vanaf ons vakantieadres in Finland. Het vliegtuig vertrok op tijd, maar al met al was het toch alweer zes uur geweest eer we op Schiphol in Amsterdam aankwamen, en tegen de tijd dat we de bagage eindelijk hadden, was het zeven uur geweest. Druk!

 

Lopen we naar de treinen, is de keus enorm om in Utrecht te komen. Ik wilde naar huis dus dacht we pakken de eerste de beste op spoor 1. Simpel. Uit de lift naar het perron met ons hele hebben en houden, staat de trein klaar. Ik bedenk me niet, zet twee loodzware koffers in de trein en wil mijn vrouw helpen om de kinderwagen, mét kind én extra bagage, de trein in te zetten. Zij had nog een baby in de draagzak op de buik ook. Ik sta in de trein, tussen de deuren en probeer de kinderwagen erin te tillen. Het is warm, ik wil naar huis en het is er druk. Het gepiep van alarmsignalen maakt in mij een soort vechtlust wakker, ik zal en moet met deze trein mee. Ik had blijkbaar het fluitsignaal genegeerd (doen ze dat überhaupt nog anno 2016??) en mijn koffers stonden er al in. De deuren klapperen of tegen mij aan of tegen de kinderwagen. Mijn vrouw not amused. Maar ik trek haar gewoon met kinderwagen en al het trappetje op de trein in en we rijden. Zucht. De terugreis van de vakantie, a rainy day…

 

Maar het werd erger… We konden geen kant op in het treingedeelte waar we waren ingestapt, dus daar stonden we heen en weer slingerend te met ons hele hebben en houden. De treinen in Helsinki waren meer geschikt voor kinderwagens concludeerde ik…

 

Het werd nog erger: “Moest dat nou? Hoorde je dat fluitsignaal niet? (Welk fluitsignaal?) Hoorde je mij niet?” Euh, nee… “Dit is echt een vreselijk einde van zo’n leuke vakantie en jij hebt het verpest.” Ik kon wel door de grond zakken, I was really having a rainy day.

 

Maar, het werd nog erger. Vaag via de intercom hoorde ik omroepen dat het toch wel zot is dat je je kinderwagen tussen de deuren propt om maar in de trein te komen. Het signaal is er niet voor niets, houd je eraan. Er hadden doden kunnen vallen…

 

Maar het werd nog erger. We zaten niet eens in de goede trein bedachten we. Kreun… Planes, Trains and automobiles.. En dat terwijl het geen kerst was, er geen sneeuw lag en er geen vertragingen waren….

 

Toen, werd het nog erger. Meneer de conducteur kwam langs. I was really really having a rainy day…

 

Die begon tegen ons, maar eigenlijk nog vooral tegen Cornelly te keer te gaan. Het was nota bene mijn schuld! Maar ik was sprakeloos en stamelend. Euh sorry. Meer kon ik er niet meer van maken…

Hij vertelde hoe het kindje op de buik van Cornelly tussen de deuren had kunnen komen, dat die deuren niet meegaven, om het erger te maken, maakte hij dit nog erg beeldend ook… Precies wat ik nodig had…. Komt er nog een einde aan deze beproeving?

 

Dagen dat alles tegenzit, wie kent ze niet. We hebben allemaal wel eens “Rainy days”.

 

 

 

Terugblik

In de prekenserie over Jezus staat deze maand de opdracht van Jezus centraal. Voor degene die nog gemeentegroep hebben gehad in de maand juli, of het materiaal hebben doorgenomen, weet je dat er boven de studie van de maand juli stond: “Jezus’ opdracht”.

 

  1. We hebben het in de preken in juli gehad over de opdracht aan de hand van de oproep van Jezus om schatten in de hemel te verzamelen in plaats van hier op aarde. Peter sprak hierover. Als mensen het zien, je goede werken, je goed getuige zijn van Jezus, je Godvrezende wandel, dan heb je je loon al gehad. Nee doe alles in het verborgene, waar God het ziet, en je zult een schat hebben in de hemel. De uitroep van de Koning van het hele universum, de uitroep die de eeuwigheid ingaat en niet verstomd: “Goed gedaan, jij trouwe dienstknecht!”
  2. Marten Jan heeft gesproken over het gebruiken van je gaven en talenten ter opbouw van de kerk. Met de visie van onze kerk erin verpakt: “Het zijn van een missionaire resource kerk” en als iedereen zijn of haar gaven inzet met dat doel, kunnen we de wereld veranderen.
  3. Joop sprak over zijn favoriete onderwerp, de opdracht van de kerk. Jezus’ Opdracht, is de opdracht van de kerk. Mensen God laten zien door ons leven, door onze woorden, de wonderen die we doen door de kracht van de Heilige Geest en door onze goede werken.
  4. Cornelly sprak over de dagloners. Je moet niet denken als je al lange tijd hard werkt als een trouwe dienstknecht van God dat je meer Zijn genade verdient hebt dan diegene die net begonnen is met een leven met God. Misschien de mensen die op hun sterfbed zich aan God wijden, van hun leven een potje hebben gemaakt en dat jij, die al sinds kleuterleeftijd gelovig is, vind dat je meer rechten hebt. Mijn genade is genoeg zegt God tegen de apostel Paulus. Hij heeft je de genade gegeven, wanneer en hoe hij het een ander geeft is niet aan jou en niet aan mij…

 

Papa’s huis moet vol

En vandaag binnen de opdracht alweer de laatste boodschap. En de titel, “In het huis van Mijn Papa zijn veel kamers” is gekozen met in gedachten Paulus die spreekt over dat het volle getal van gelovigen bereikt moet worden (Rom.11:25). En Openbaring geeft ons een openbaring, inkijk in de eeuwigheid, en daar lezen we over een ontelbare menigte, ook enorme verscheidenheid, die voor eeuwig en altijd Jezus zullen loven en prijzen en altijd in Zijn nabijheid zullen voortleven. Het huis van de Vader is dus groot en het moet vol!

 

 

Houd vol!

Dit is een uitspraak van de Here Jezus. Deze uitspraak doet de Here Jezus vlak na het avondmaal dat Hij deelde met Zijn vrienden, Zijn dichtstbijzijnde leerlingen, waar vandaan Judas vertrok om Hem aan te geven. Vlak voor de arrestatie, rechtszaak, marteling en uiteindelijk de dood aan het kruis. Laten we lezen.

 

Johannes 14:1-3 1 Jezus zei: “Wees niet verdrietig. Jullie geloven in God. Geloof nu ook in Mij. 2 In het huis van mijn Vader is plaats voor heel veel mensen. Als dat niet zo was, zou Ik het jullie hebben gezegd. Ik ga daarheen om alles voor jullie klaar te maken. Daarna kunnen jullie ook komen. 3 Wanneer Ik ben weggegaan en alles voor jullie heb klaargemaakt, kom Ik terug om jullie op te halen. Dan zullen jullie zijn waar Ik ben.

 

Het eerste vers: Wees niet verdrietig. Dat is een belangrijk stukje. Want ze hadden nog al wat om verdrietig over te zijn. Verdrietig want, Een korte flashback:

  • Ontkennen relatie met Jezus (13:38). Petrus, de leerling van Jezus die altijd voorop met Jezus mee liep, had beloofd Jezus in álles te volgen. Maar Jezus had hierop gereageerd met: “Euh, nee hoor, dat doe je niet. Sterker nog, je zult je geloof in Mij volledig ontkennen”. Bam. Weg droom. Weg heldhaftigheid. Petrus was al gedesillusioneerd vóórdat hij de fout inging. Verdrietig. Wie van jullie is wel eens vastberaden geweest Jezus te volgen, van Hem te getuigen, vertellen dat je in Hem gelooft, dat je je leven aan Hem hebt gegeven en op Hem vertrouwt? Wie heeft wel eens gezegd dat je alles, maar dan ook alles zult doen voor Jezus, wat Hij ook maar van je vraagt als Hij je maar dat ene dingetje geeft. Dat ene geluksmoment. Die vriendschap, die relatie, die baan of carrièremogelijkheid, dat huis of die auto? Om vervolgens erachter te komen dat je het niet waar kunt maken? Je zit op een feestje, hartstikke gezellig. Je hebt net in een kerkdienst of op een conferentie uitbundig geroepen en gezongen: “Ik kom luid en duidelijk voor Jezus uit!” en iemand vraagt je: “Hee, jij hebt toch ook zo’n kerks geloof?” En jij zegt: “Wie ik? Nee joh, dat is nu niet meer, laat maar.” Of je hebt net het evangelie gehoord dat Jezus de Weg de Waarheid en het leven is en op een feestje houdt iemand een vaag verhaal over religie en je krijgt voor je voeten gegooid: “Jij gelooft natuurlijk dat het allemaal maar niks is hè. Jij hebt zo’n Jezus geloof.” Dit hoor je zelfs binnen kerken! En je zegt (terwijl je kort ervoor nog meegezongen had op “One way, Jesus[…] You are the way the truth and the life….”) euh, ik geloof in de liefde, er zijn vele wegen om bij God uit te komen…. Zeggen dat je Jezus niet kent, ontkennen dat je Hem vertrouwd, ontkennen dat je Hem volgt zoals Petrus. We hebben er allemaal ons aandeel in, we hebben er allemaal een handje van. Jezus maakt Zich geen enkele illusie, net als bij Petrus, weet Hij het al van te voren. En net zoals Petrus hier verdrietig over was, dat hij maar niet voor Jezus uit durfde te komen, Jezus maar niet durfde te volgen in alles, dat Jezus dit allemaal al wist. Maakt mij dat verdrietig, ál die keren dat ik het liet zitten en nog zal laten zitten. Misschien is het verdrietigste ook wel dat ik weet dat Jezus al van te voren weet, vóór mijn falen, dat ik zal falen….. Maakt me zo nietig, zo klein in verhouding met Hem….
  • Als we verder teruggaan in de tijd lezen we uitgebreid over Jezus dat Hij herhaaldelijk vertelt aan Zijn leerlingen dat Hij hen zal verlaten. Jezus laat ons alleen (13:33). Hun Rabbi. De Schrijver van dit Bijbelboek, de leerling Johannes, wordt de lieveling genoemd van Jezus. Hij zat tijdens het avondmaal tegen de borst van Jezus aangedrukt hoorde Zijn hartslag. (Joh. 20:21 Herziene Staten vertaling) I want to sit at your feet Drink from the cup in your hand. Lay back against you and breathe, feel your heart beat This love is so deep, its more than I can stand I melt in your peace, its overwhelming

Hoe vaak is het niet na een tijd van intimiteit met Jezus dat we verdriet hebben omdat dat voorbij is. We willen daar allemaal zo graag blijven. Toen Petrus Jezus op de berg in een verheerlijkt lichaam zag met Elia en Mozes zei hij: Dit is perfect, dit moment moet altijd door blijven gaan, laten we hier een tent opzetten en hier voor altijd blijven. We willen in die nabijheid, in die glorieuze ervaring, in dat bovennatuurlijke, ja, in die setting waar we Jezus helemaal voor onszelf hadden blijven zitten. Dat het nooit voorbij gaat. Ik herinner me de eerste ontmoetingen met Jezus, en als die momenten weg waren was ik ziedend. Boos. Verdrietig. Verhaal ladder. Teleurgesteld. En. Onvolwassen.

  • Ook in de flashback zien we dat Judas Jezus verraadt. Verraad (13:30). Een vriend. Ontkent dat hij een intiem contact heeft met Jezus, gooit zijn vriendschap weg als een vuilniszak in de kliko. Voor een paar pegels, een paar centen. Een diepe vriendschap. Verraad. Wie heeft er niet mee te maken? Je vriendje zei dat jij de mooiste was. Of: Je zou met haar verder, dat had je beloofd. Of: is tig jaar huwelijk, lief en leed samen delen en kinderen samen hebben dan niets waard? En: We hadden altijd zo’n lol samen, nu heeft ze een andere vriendenkring. En: het is zaterdagavond, wat ga ik doen? Het gevoel is “verraden zijn”. Het gevoel is verdrietig.
  • Sterven aan jezelf 12:24. Jezus had gesproken over lijden. Dat wanneer je Hem volgt, je alles op moet geven. Jezus ging zelfs zo ver dat Hij zei dat je net zo dood moest gaan, als een graankorrel in de grond (Joh.12:24). Die gaat dood zodat er een nieuwe plant uitkomt, in misschien wel meer dan tien stengels en die stengels allemaal op zich hebben tig zaadjes…… Om productief te zijn, om vrucht te dragen, honderdvoudig, moet je nu eenmaal dood. Hoe doe je dat? Hoe sterf je, zonder pijn? Ik kan dat niet. Bij mij doet dat pijn, dat dagelijkse sterven aan mezelf. Het maakt me verdrietig.

 

Deze dingen en meer, allemaal in de flashback wat toewerkte naar het tekstgedeelte van vandaag. Opstootjes met de Farizeeën, Jezus die over Zijn lijden en sterven spreekt. Al deze dingen vlak na die geweldige binnenkomst in Jeruzalem! Waar Hij onder Hosanna geroep was binnengehaald! De Redder komt! De grote Koning! Hosanna! Red ons Jezus! Al deze nare, moeilijke en verdrietige dingen na die glorieuze opstanding uit de dood van Lazarus. Dat grote wonder dat Jezus deed! Wat een week was het geweest!?

 

De discipelen hadden a rainy day. Hadden ze maar in bed kunnen blijven liggen. Tegenslag op tegenslag. De vreugdevolle momenten met Jezus, tot een week geleden, raakten al snel in de vergetelheid. Wat stond hen te wachten? Wat sprak Jezus toch allemaal voor een “koeterwaals”? Waar had Hij het toch over? Dood, lijden, sterven, weggaan tot de Vader? Misschien waren er wel leerlingen van Jezus die dachten: “Waren we er maar nooit aan begonnen. Zat ik nog maar in de boot, te vissen….” Na de kruisiging als alles verloren is lezen we ook dat Petrus en andere leerlingen weer terug gaan naar hun oude beroep: Vissen vangen. Wat deed deze “rainy day”, deze moeilijke dag, deze moeilijke week met iemand als Simon de Zeloot, die voordat hij met Jezus op weg ging een verzetsrijder was die de Romeinen uit Israel wilde gooien en wellicht nog hoop koesterde dat Koning Jezus het koningschap zou opeisen en ook dit varkentje wel zou wassen? Wat doen gebroken dromen met u?

 

Dit is de context mijn vrienden. En uw en mijn context vandaag de dag is niet zoveel anders.

 

Wij liegen wanneer we op de man af gevraagd worden naar onze relatie met Jezus. We verlangen ernaar dat die bijzondere momenten met Jezus altijd door kunnen blijven gaan, ook wanneer Gods plan anders loopt à Dus ook als we zelf de ladder op moeten leren klimmen zonder te wachten op een duw van Hem. We worden verraden, voor de gek gehouden door geliefden of we doen het anderen aan en wanneer we ons eigen ik aan de kant moeten zetten, moeten sterven aan onszelf, krijgen we allemaal me de volgende mechanismen te maken:

  1. Ontkenning, eigenlijk wat de rijke jongeling doet als Jezus hem zegt alles weg te moeten geven en achter Hem aan te gaan. Sterven aan m’n eigen ik? Nee hoor,hoef ik niet. En Jezus? Gaat Hij erachter aan? O, sorry! Ja ik sta bekend dat ik nogal eens overdrijf. Alles is ook wel heel veel. Je hebt er natuurlijk eerlijk en hard voor gewerkt. Ik moet als geestelijk leider inderdaad werken aan meer empathie tonen… In alle kerken zijn er wel leden te vinden die menen dat hun leiders wel empatischer hadden mogen zijn. Meer herderlijk, meer pastoraal etc. Misschien denken die leiders wel dat die mensen vooral meer zichzelf moeten verloochenen en Jezus moeten volgen…
  2. Boos. Met de deuren slaan. Je vuist opheffen naar God. Ik vind het onbestaanbaar dat er geestelijk verzorgers, pastorale werkers zijn die echt zeggen dat mensen met leed als ze bij God komen Hem best nog wel eens mogen vragen hoe het nu eigenlijk zit met al dat leed en lijden in de wereld of in je leven. Alsof je Hem op het matje kunt roepen! Onbegrijpelijk! Maar we kennen deze fase allemaal. We moeten ons leven overgeven, sterven aan onszelf en we worden boos.
  3. Vechten/vluchten. In deze fase van sterven aan jezelf en overgave, wat je dus niet wilt, ga je nog een stap verder dan je vuist opheffen. Je gaat ervandoor. Je wordt echt opstandig. Een schitterend voorbeeld is Jona die expres de boot pakt een andere kant op dan dat God hem stuurt…
  4. Als we dan Christen zijn en nog steeds niet geaccepteerd hebben dat ons eigen leven voorbij is, zodat Hij in ons kan leven, en we hebben die vorige fasen gehad, dan worden we depressief. Ik kan ook niks. Die andere Christenen, ja, dat zijn superchristenen, dat wordt ik nooit! Depressie.
  5. En dan de laatste, acceptatie. Hehe. Wat heeft God een geduld gehad tot ik eindelijk accepteerde dat mijn levensvisie, mijn ideeën over het beroep dat ik wilde uitvoeren, mijn ideeën hoe de wereld in elkaar stak, mijn zelfbeschikkingsrecht (doen wat ik wil, wanneer en met welke mensen om me heen), dit is de grootste, overleden was, over was, gestorven was, en dat ik het niet alleen zei of zong in een mooie zangdienst “Ik leef alleen voor U”, maar ook daadwerkelijk écht zo ging leven, dagelijks, U wil geschiedde in dit leven…..

Deze fasen kennen we als de fasen van rouwverwerking, mevrouw Kübler Ross heeft ze bedacht. Erg relevant voor het leven als Christen… Het verdriet is overigens echt.

 

Terugvechten. Zelfbeklag, zelfmedelijden en twijfel aan het bestaan van God of of twijfel of God wel een goede God is.

 

In ons geestelijke leven hebben we vaak, net als de leerlingen van Jezus, een rainy day.

 

Vandaag zegt Jezus: Wees niet verdrietig. In het huis van Papa zijn veel kamers. Tegen de leerlingen 2000 jaar geleden zei Hij dat Hij erheen moest gaan om een plek te maken. Vandaag de dag is Hij daar. Hij bereidt een plaats voor jou en mij. Heb je je wel eens afgevraagd wat Jezus daar mee bedoelt? Wat is Hij aan het doen als Hij in het huis van Vader God een kamer maakt? Het huis van God met kamers is het beeld dat Jezus gebruikt. Huis staat niet alleen voor een stenen of houten gebouw, maar ook voor een thuis, een verblijfplaats. Het is waar God is. En kamers van dat huis staan niet alleen voor slaapkamertjes van pak en beet tussen de 8 en 12 vierkante meter, nee, in andere vertalingen staat dat er in het huis van Mijn Vader vele woningen zijn. Met andere woorden: Daar waar God is, waar Hij verblijft, zijn heel veel verblijfplaatsen. Daar is heel veel ruimte voor iedereen die Hij voor altijd (eeuwig) bij Zich wil hebben.

 

Jezus moest gaan. Hij maakt Zichzelf op om de lange lijdensweg te gaan en bereidt Zijn leerlingen er op voor. Hij bereidt ze erop voor dat Hij met hemelvaart naar de Vader zal gaan. In een commentaar dat ik bestudeerde voor de voorbereiding van deze boodschap las ik in het kopje boven dit hoofdstuk (hoofdstuk 14 van Johannes): “The benefits of His absence” De voordelen van Zijn afwezigheid. Namelijk, 1 Hij maakt onze verblijfplaats klaar, onze kamer, ons huis, ja, ons thuis en 2 Door Zijn afwezigheid is het mogelijk dat Hij de Heilige Geest kon sturen zodat ieder die gelooft vervuld kan worden met Gods Geest!

 

Wij kunnen verdrietig zijn als de discipelen, de leerlingen, van Jezus. Wij kunnen ook denken: “Kwam Hij maar terug”. De Bijbel zegt dat de schepping reikhalzend uitkijkt naar die dag. Maar Petrus schrijft in de Bijbel (die Petrus die 1 zijn relatie met Jezus ontkende, die 2 gedesillusioneerd weer ging vissen vangen nadat Jezus gekruisigd was, die Petrus die door Jezus weer hersteld werd), Petrus schrijft dat het goed is dat Jezus nog niet terug gekomen is om ons op te halen omdat het nog de tijd is om zoveel mogelijk mensen te vertellen van Jezus, opdat ze gaan geloven en opdat ze voor eeuwig gered worden en mogen wonen in het huis van de Vader voor eeuwig! Die plaats waar God verblijft! (2 Pet.3:9)
Heb je tegenslagen in het leven? Misschien van het soort waar ik mee begon, Planes, trains and automobiles. Van die dagen dat je liever je bed niet uitgekomen was. Of misschien tegenslagen van heel andere aard. Echte tegenslag. Waar je ook mee te maken hebt, waar je ook mee zit. Kleine of grote dingen, deze woorden van Jezus zijn een enorme troost. Een enorme bemoediging.

 

Het lijden in deze tijd weegt niet op tegen de glorie die ons te wachten staat (Rom.8:18). Dat is niet wegwuivend, badinerend bedoelt over lijden, dat geeft aan ondanks dat verschrikkelijke lijden wat er op deze wereld is (momenteel staat de wereld in de brand, echt waar!), dat geeft aan dat de glorie in die toekomstige tijd, die eeuwigheid daadwerkelijk alle narigheid in één veeg van de tafel veegt.

 

Ik las het volgende citaat: “Het eerste moment in Jezus’ armen, het eerste moment in de hemel, maakt dat duizend jaren van ellende op aarde eruit zien als één nacht in een slecht hotel.” Teresa van Avilla, 16de eeuwse non.

 

Ook als je een slecht hotelbed moet delen met een luidruchtige medepassagier wanneer je tijdens het reizen, samen, onderweg gestrand bent.