Jezus: “Deel in Mijn vreugde, ik heb gevonden wat ik kwijt was”

Arjan van BelleResources

Jezus leren kennen
Jezus leren kennen
Jezus: "Deel in Mijn vreugde, ik heb gevonden wat ik kwijt was"
Aan het laden
/

Jezus: “Deel in Mijn vreugde, Ik heb gevonden wat Ik kwijt was”
Ben je wel eens iets kwijt geraakt? Je paspoort? Je portemonnee? Je horloge, misschien had je die voor een speciale gelegenheid gehad of van een speciaal iemand. Of een ander cadeau. Misschien was de emotionele waarde, de gevoelswaarde wel oneindig veel groter dan de “echte” waarde. Misschien was de waarde in geld ook wel groot. En misschien ken je het gevoel, de emotie, die je had toen je het weer terugvond.

Het verhaal van het teruggevonden horloge.

Jezus vertelt in het Bijbelboek Lucas het volgende verhaal:
Lucas15:8 En als een vrouw tien geldstukken heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? 9 En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: “Deel in mijn vreugde, want ik heb de geldstuk gevonden die ik kwijt was.” 10 Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.’

De zondaar is dus dat verlorene, datgene wat kwijt is. Het horloge of het muntstuk. Een zondaar is iemand die God niet nodig heeft, zich verheft boven God of andere zaken als god aanbidt. Iemand die verstrikt raakt in schuldgevoelens, schaamte. Verloren.

Dit verhaal is het middenstuk in een gelijkenis die Jezus vertelt. Een gelijkenis is als schilderij. Jezus vertelt aan Zijn leerlingen (dit kun je zien in Mat.18 waarin deze gelijkenis ook voorkomt) een gelijkenis. Naast Zijn leerlingen, de kerk dus, komen er ook zondaars en tollenaars op af om te luisteren en natuurlijk ook de schriftgeleerden en Farizeeën (Luc.15:1-2). En deze twee groepen hebben we vandaag de dag nog. Eerste groep is de groep die verloren zijn, die het wel weten dat ze verloren zijn. Ze komen naar Jezus, ze komen om de woorden te horen, ze luisteren geanimeerd naar hem! En de tweede groep, de Farizeeën en schriftgeleerden, de makers van wetjes en regeltjes, de mensen die het al voor elkaar hebben, die het zo goed weten, die zijn er ook. En als je de schriftgeleerden en Farizeeën in de Bijbel leest moet je niet denken dat we die nu niet meer hebben, en je moet ook niet kijken naar de religieuze mensen van onze tijd die er een beetje op lijken, nee, deze groep staat synoniem voor ALLE mensen die zelf vinden dat ze er al zijn. Dat ze het gemaakt hebben. Dat ze goed zijn. Dat ze Jezus niet nodig hebben. En die groep is er in onze samenleving ook. En met een gelijkenis wil Jezus altijd iets belangrijks communiceren. Hij schildert een situatie, Hij schetst een verhaal, en laat daarmee een geestelijke waarheid zien.

Het verhaal van de vrouw die een muntstuk kwijt was en terugvond staat midden in de gelijkenis die Jezus vertelt. Het is de middelste van drie verhaaltjes in één gelijkenis, als het middelste schilderij uit een drieluik van schilderijen:
1 De eerste is het beroemde verhaal van de schaapeigenaar die 100 schapen heeft, er één kwijt is, de 99 achterlaat om dat ene schaap te zoeken, en feestviert als dat ene schaap weer teruggevonden is. “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap weer teruggevonden dat kwijt was” zegt Jezus (Luc. 15:6).
2 Dit verhaal, waar we vandaag op inzoomen, gaat over een vrouw die de eigenares is van 10 geldstukken en daar één van kwijt is. Een soort overtreffende trap: In plaats van 1 kwijt van de 100, is zij 1 munt van de tien kwijt!
3: En het laatste verhaal van de gelijkenis is het beroemdst: “Terugkeer van de verloren zoon.” Dat is de naam van het schilderij dat hier afgebeeld is, het beroemde werk van Rembrandt.
Gelijkenissen
En de gelijkenissen die Jezus schildert zijn mooi. En vaak, eigenlijk altijd, kun je er een heleboel uithalen. Verschillende lessen. Een heleboel symboliek. Maar een belangrijk punt om te onthouden elke keer wanneer je in je Bijbel een gelijkenis tegenkomt is dat Jezus met name één punt glashelder wil neerzetten. De rest is bijvangst, winst. Eén punt is overrulend. Nog een belangrijk punt om te onthouden wanneer je de Bijbel leest is dat veel Bijbels kopjes hebben, titels, titels en kopjes die niet in de originele tekst staan. In de gelijkenis van vandaag staat er dan bij elk van de drie verhaaltjes een kopje: 1 De gelijkenis van het verloren schaap, 2 De gelijkenis van de verloren munt en 3 de gelijkenis van de verloren zoon (NBG en HSV bijvoorbeeld). Dat klopt niet. Jezus vertelt één gelijkenis, die loopt zonder kopjes door als één geheel, om één punt sterk neer te zetten. Verder zijn die kopjes misleidend, want het legt de nadruk verkeerd: De verloren zoon bijvoorbeeld. Er had beter boven kunnen staan: De terug gevonden zoon, toch?

Eén gelijkenis, opgebouwd uit drie verhalen. Een drieluik, zie op het scherm.

En deze drie verhalen op het scherm schetsen op die manier één gelijkenis. En wat elk verhaal in zich heeft is de titel van de preek: “Deel in mijn vreugde, ik heb teruggevonden wat ik kwijt was.” Iets of iemand was kwijt, verloren. In alle drie de verhalen. En is teruggevonden. Dat is reden voor feest!

Drie verhalen, één boodschap: God zoekt wat verloren is en viert feest wanneer Hij het vindt.
En het verlorene is de zondaar, iemand die zonder God leeft.

Je hebt alle drie verhalen nodig om de gelijkenis te kunnen begrijpen.

De verloren zoon
Het laatste verhaal uit het drieluik, de verloren zoon zoals we het verhaal meestal noemen, laat het hart van de Vader zien. Het laat zien hoe wij afdwaalden totdat we “bij zinnen” kwamen, zo staat het er (Lucas 15:17) en terug gaan naar de Vader en er is feest! En de vader in het verhaal die wil feestvieren omdat zijn zoon terug is, zegt: “deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.”
Tot dat punt lees niets over iemand die dood gegaan is. Tot dat punt lees je niet dat de zoon teruggevonden was, hij kwam immers zelf “bij zinnen” en keerde terug naar de vader. (Verhaal uitleggen)Tot dat punt zou je dus kunnen zeggen, zou ik kunnen zeggen, tot dat punt zou u kunnen zeggen: “Ik zat in de put, verloren, honger, alleen, heimwee, maar ik kwam weer bij zinnen, ik kwam tot m’n volle verstand en keerde terug. Zelluf doen dus! Maar deze uitspraak van de vader die het beeld van God de Vader is, doet er geen twijfel over bestaan: U was dood in uw zonde. Dood als het muntstuk van de vrouw. U was reddeloos verloren. Verloren als het muntstuk dat in een ongrijpbaar hoekje ligt te verstoffen. Ergens achter de bank. U was onvindbaar. Ziet u? We hebben het eerste verhaal, het eerste portret nodig om het laatste verhaal, het portret van de verloren zoon te begrijpen en om de volledige gelijkenis die Jezus vertelt te kunnen begrijpen.
Verloren schaap
De eigenaar van de schapen is Jezus. Dit was al beloofd in het oude testament in de Bijbel, honderden jaren voordat Jezus naar de aarde kwam (Ez. 34:11 en Jesaja 40:11)!! En het is de eigenaar die Zelf op zoek gaat om Zijn schapen bij elkaar te brengen!

Toen ik verloren was. Niet in relatie met God leefde. Kon ik zelf niets doen. Ik kon niet zelf uit die put klimmen (Jozef). Net als bij de verloren zoon die zelf tot bezinning kwam en terug ging naar de vader, zo ging ik voor het oog van een toeschouwer terug naar God. “Hij kwam tot bezinning en ging weer terug naar het geloof” zou men kunnen zeggen. Echter de waarheid is, dat net als bij dat afgedwaalde schaap dat niet meer bij de kudde was, geïsoleerd, kwetsbaar, alleen, roofgoed voor roofdieren (natuurfilms), ik niet eens op zoek was! Ik wist niet eens waar ik zoeken moest! Maar de eigenaar van de schapen, Jezus Zelf, kwam mij opzoeken en raakte me aan, en door Hem te geloven en op Hem te vertrouwen (hoe stel je je vertrouwen op iemand?)kon ik weer de weg naar de Vader vinden. Kon mijn relatie met God beginnen. Maar het initiatief lag bij Hem! Bij Jezus!
Daarom is het eerste verhaal uit de gelijkenis, het verhaal van de eigenaar met de 100 schapen die één kwijt was, en het Zelf opzoekt, zo belangrijk.

Dat de verloren zoon bij de varkens zat en bij zinnen kwam klopt wel. Maar degene die dat in hem bewerkstelligde was de Eigenaar van de kudde Zelf, Jezus! Degene die het in mij bewerkstelligde, die het eigenlijke werk deed, was Jezus Zelf! Degene die een zondaar terug doet brengen in Relatie met Vader God is Jezus!
Tot zo ver het eerste en derde verhaal
So far so good. Leuke preek. Insightfull. Mooi hoor. Ja inderdaad, die verhalen zijn niet slechts drie losse gelijkenissen, ze zijn ook niet een optelsom van op verschillende manieren hetzelfde zeggen, in een soort overtreffende trap, nee, je hebt ze allemaal nodig om het te zien! Om de hele gelijkenis, heel Lucas 15 te begrijpen! Dus ik ben als een schaapje en wordt door de eigenaar opgezocht. En als ik opgezocht ben door Jezus kom ik bij zinnen en ga ik terug naar de Vader. “Papa!!” Eind goed al goed. Echter, niets is minder waar…..
Het belang van het tweede schilderij, de vrouw met het muntstuk
Wat het tweede verhaal uit dit drieluik van Jezus doet is namelijk ongelooflijk belangrijk. Het gaat hier om waarde! Het schaap was er één van de 100, 1% dus. De waarde voor de vrouw was 10 keer meer! 1 van de 10, oftewel, 10%! En het geld voor de vrouw was een middel, een resource, iets waardevols met een doel, namelijk de huur betalen, brood op de plank, voor de kinderen kunnen zorgen. Van geld houden, liefde voor geld is nooit goed. Maar geld als ruilmiddel, en op school leer je dat geld dit is Een ruilmiddel, is het hartstikke nuttig! Heeft het absoluut een doel! Jezus heeft over niets meer onderwijs gegeven dan over geld! Dus zeggen dat God niet wil dat je geld hebt, of dat je niet goed met geld om hoeft te gaan als Christen is onzin. Absoluut. Je moet er alleen goed mee omgaan. Het dient een doel. En wanneer iets waardevols (een resource, iets waarmee je zaken kunt doen groeien en bloeien, denk maar aan Jezus’ onderwijs over vermenigvuldiging van talenten, Zijn voorbeeld is geld, talent was in de tijd van de Bijbel geld) als een muntstuk met de waarde van een vol dagloon zoek is, het ligt achter de bank te verstoffen, dan kan het nooit zijn doel vervullen! Dan is het verloren! De eigenaar, de rechtmatige eigenaar van het geld kan het niet gebruiken voor de doelen die, in dit geval zij, ervoor gesteld heeft. Het is weg.
Twee groepen
Vrienden. Wanneer iemand zijn eigen weg gaat. Zoals we allemaal onze eigen weg gingen in ons oude leven. Van God afdwaalden. Van God de vader wegliepen. Maar ook als gelovige, die afdwaalt van de kudde, mensen die op zich geloven, maar niet vinden dat ze de andere schapen om zich heen nodig hebben…

Ik maak expres twee groepen. De ongelovige die God nog niet kent en verloren is (Adam en Eva, iedereen is “zoekgeraakt” door de zonde die we hebben overgenomen van hen) groep 1. Hierbij hoort ook de groep die vinden dat ze Jezus niet nodig hebben zoals de schriftgeleerden en Farizeeën, op enkele na, vonden dat ze Jezus niet nodig hadden. Maar ze hebben Hem, net als de zondaars, wél nodig…. En de gelovige die “dolende” is, zich niet commit, niet toewijdt, zich ontrekt uit de kudde, de onderlinge samenkomst niet nodig vindt voor zichzelf (en dan heb ik het niet over de zondag alleen), en op die manier “zoekraakt” groep 2.

1: Nog niet Christen
2: Christen, niet (meer) toegewijd

Wanneer je “zoek” bent. Zoals het geld dat achter de bank lag te verstoffen. Ben je onbruikbaar voor je Eigenaar. En de eigenaar is God. Je dient geen doel. Je kunt de doelen die de Eigenaar gesteld heeft voor je leven niet vervullen.

En de eerste groep, die Jezus nog niet hebben aangenomen als hun redder. Die nog niet hun vertrouwen op Hem gesteld hebben. Die nog niet gezegd hebben: “Ja, Jezus, U zocht Mij op, U sprak tot mijn hart, U vond mij achter de bank waar ik lag te verstoffen”. Die nog niet bij zinnen gekomen zijn zoals de verloren zoon en nog niet de reis begonnen zijn terug naar de vader. Naar Vader God. Die wil ik uitnodigen: Kom! Laten we feestvieren. Laten we samen eten en drinken en vrolijk zijn! Bij ons is het goed vertoeven, we leven samen, we leven samen met God! Laat je verzoenen met God de Vader door je vertrouwen op Jezus te stellen. Ik bereid me voor om wekelijks die uitnodiging te doen. Als oudsten van deze kerk dromen we ervan dat er steeds nieuwe mensen zijn die een relatie met God de Vader, wat kan door te geloven in Zijn Zoon Jezus, dromen we ervan om steeds nieuwe mensen tot geloof te zien komen. We dromen ervan dat steeds meer mensen hun doel vinden, zoals de eigenares van het geldstuk een doel ervoor heeft, zo heeft God een doel voor ieder mens. We dromen ervan dat te zien. Ik word nooit moe van het Evangelie. Evangelie betekent: “Goed nieuws”!! Goed nieuws dat je geen zondaar hoeft te zijn. Goed nieuws dat je zonden zijn vergeven. Ook de dingen die je anderen hebt aangedaan en niet meer terug kunt draaien. Er is geen limiet! Als jij, als u uw vertrouwen op Jezus stelt, en binnengaat bij de Vader zal het feest zijn! Hij vergeeft je. Hij ontvangt je. Hij heeft een relatie met je. Hij staat al zolang op de uitkijk!

De tweede groep. Hebben de start al gemaakt door hun vertrouwen op Jezus te stellen. Door de relatie met God de Vader aan te gaan. Sommigen hier passen bij deze groep. Sommigen hier voelen zich waardeloos. Ze hebben begrepen dat ze als een schaap van de kudde gered zijn door de eigenaar Zelf, Jezus. Ze hebben hun terugkeer naar de Vader, als de verloren zoon, hebben ze aanvaard. Maar ze liggen te verstoffen achter de bank. Doelloos. Geen middel zodat God Zijn plan met hun leven kan voltooien. Ze zijn geen resource. In de Bijbel spreekt de apostel Paulus over mensen die schipbreuk lijden in het geloof. Ze geloven wel. Maar ze dobberen op wrakhout in ijskoud water rond tot het punt dat ze verdrinken. Het verschrikkelijkste ijzigste moment uit de Titanic, waar Leonardo DiCaprio door de kou, het wrakhout loslaat en het heldere koude water inzinkt. Ik kijk die film niet meer alleen vanwege die scène. Dit is het beeld dat de Bijbel gebruikt. Weet je. We lazen het verhaal van de vrouw die een lamp aansteekt en het muntstuk weer vindt. En ik noemde al de hoeveelheid symboliek in de verhalen van Jezus die er als “bijvangst” in staan. Niet het belangrijkste. Je kunt er over discussiëren wat Hij er precies mee bedoelt, maar als het in lijn met de rest van de Bijbel is mag je de symbolen gebruiken.
Als jij, als u zo’n gelovige bent die schipbreuk lijdt. Als u zich als een munt voelt dat verstoft. Dan geloof ik dat ik vandaag moet zeggen dat God met de kracht van de Heilige Geest tot je spreekt en de lamp ontsteekt in je leven. God zegt vandaag tegen u dat Zijn Geest de lamp is in uw leven. Die stof en rommel onderscheid van datgene dat van waarde is. Die de bezem door het huis van je leven haalt. Die de bank wegtrekt onder de vensterbank vandaan waar de schatten verborgen liggen zoals kinderen speelgoed onder de bank kwijtraken. Als u degene bent voor wie deze preek is. Die opnieuw een waardevolle resource wil zijn voor zijn Eigenaar. Voor koning Jezus. Dan leert het derde verhaal uit het drieluik ons, het verhaal van de zoon die bij zinnen kwam en opstond, dan leert dat ons dat we zelf een stap moeten maken. Gezocht door Jezus, geïnspireerd door de lamp van Gods Geest, zet je zelf een stap naar voren, terug in de armen van Vader God. En zeg: “Gebruik mij Heer, voor Uw doel”.
Feest!
Er is nog een groep 3: Er zijn ook gelovigen die ervoor willen gaan! En de boodschap aan hen is kort en simpel! Vier meer Feest!! De Bijbel is afgeladen met feest. In het oude testament waren het aantal vrije dagen dat Gods volk moest hebben om te kunnen feesten groter dan in onze tijd! Als Jezus met de discipelen is, is het bekend dat ze eten en drinken en feestvieren en als dan de wettische mensen komen en zeggen dat ze vaker moeten vasten dan zegt Jezus: Ze leven toch met Mij, de Bruidegom? Dan ga je toch geen lang gezicht opzetten en vasten? Dat is toch belachelijk? Dit betekent natuurlijk niet dat we als kerk nooit vasten, maar in ieder geval niet uit religieuze verplichting, of laat staan met een lang gezicht…

Vier vaker feest met Hem als iemand over Jezus hoort. Als iemand tot geloof komt vieren de engelen feest! Hoe doen ze dat? Als ik op zondag naar de dienst ga, en we hebben tijd van lofprijs en aanbidding. We zingen samen, we loven God. We zingen van Zijn redding. Zijn plan met ons leven. Zijn plan met de wereld. Dan is dat feest. En ja, we zijn nu nog een kleine gemeente. Soms is de muziek niet heel groots en feestelijk. Maar vaak ook wel! Een gevoel van verrukking! Feest! Ik zie uit dat we weer een doopdienst hebben. Mensen die nadat ze teruggekeerd zijn naar de Vader zich laten dopen om te demonstreren dat ze schoongewassen zijn van hun oude verloren leven, en dat ze opstaan uit het waterbad dat symboliseert dat ze opstaan uit de geestelijke dood. Mijn zoon was verloren, hij was dood, zei de vader, maar nu is hij gevonden en uit de dood opgestaan! Hij was geestelijk dood en nu geestelijk levend. En dat waterbad van de doop dat symboliseert dat we eens in de opstandingskracht van Jezus Zelf op zullen staan uit de lichamelijke dood! En we dan een onsterfelijk nieuw lichaam krijgen net als Hem! Als dat geen feest waard is, dan wat is een feest waard? En dat we er een feestje van bouwen. Dat we hier iets zien van de vreugde die de engelen bij God in de hemel hebben, dat feest dat zij hebben, dat we er een stukje van zien.