Kritiek
Introductie
Vandaag starten we met 2 Korintiërs, een bijzondere brief. We zitten midden in de preken-serie “Steeds Mooier”, een serie principes uit de twee brieven van Paulus aan de Korintiërs. Als je nog niet alle preken hebt geluisterd kun je deze op de website terugluisteren of je abonneren op onze podcast.
Brieven zijn eenzijdig
2 Korintiërs is een antwoord op een brief die Paulus kreeg, een brief die we niet kennen. Omdat we die brief niet kennen filteren we uit de antwoorden die Paulus geeft en de informatie over de Korintiërs in het andere brieven uit die tijd.
Hoe ziet dat er ongeveer uit? Dit is de omgeving waarin de hele achtergrond van de brief zich afspeelt.
- Team Paulus vertrok uit Athene, Paulus stuurde zijn teamleden Silas en Timotheüs naar Macedonië omdat hij bezorgd was hoe die kerken met de vervolging om gingen. Zelf vertrok hij naar Korinthe in het huidige Griekenland en stichtte daar een kerk. Silas en Timotheüs schoven later weer aan in Korinthe. [1]Paulus bleef er zeker anderhalf jaar, waarschijnlijk langer.
- Uiteindelijk vertrok hij uit Korinthe, met nieuwe aanwinst voor het team: Priscilla & Aquila. In Efeze aangekomen blijven Priscilla & Aquila daar om kerken te planten terwijl Paulus zelf doorreist.
- Een tijd daarna komt hij weer terug in Efeze waar Paulus zijn eerste brief aan de Korintiërs schrijft[2], om deze jonge kerk te onderwijzen. Dit is níet onze 1 Korintiërs. Deze brief is dus niet bewaard gebleven.
- Paulus krijgt later te horen dat ze niet alleen zijn brief verkeerd hebben begrepen, maar dat de kerk in Korinthe nogal wat serieuze issues heeft! Korinthe stuurt een brief terug aan Paulus, uit deze brief blijkt dat de hele situatie zwaar uit de hand dreigt te lopen.
- Waarschijnlijk nog steeds in Efeze schrijft Paulus zijn tweede brief, onze 1 Korintiërs brief waarin hij de wortel bloot legt: arrogantie.
- Paulus vertrekt vanuit Efeze naar Macedonië, halverwege Efeze en Korinthe.
- Omdat de situatie nogal zorgwekkend is stuurt Paulus Timotheüs vooruit naar Korinthe. Vanwege de verhalen die Timotheüs vervolgens terugbrengt besluit hij eerst even naar Korinthe te reizen om vervolgens naar Macedonië te reizen (waar hij oorspronkelijk naar op weg was) en daarna voor langere tijd weer naar Korinthe te gaan.
- Dit korte bezoek aan Korinthe verloopt echter zo rampzalig vanwege de openlijke rebellie van de kerk naar hem toe, dat hij besluit om de nederige weg te kiezen en Korinthe te verlaten.
- Terug in Efeze schrijft hij met tranen in zijn ogen een 3e brief aan de Korintiërs, met de ernstige waarschuwing voor Gods oordeel als zij zich niet bekeren en laat deze door Titus bezorgen. (2 Kor 2:3-4)
- Op zijn 3e reis, in Macedonië ontmoet hij Titus die net uit Korinthe terugkwam. Er is goed nieuws uit Korinthe! De meerderheid van de Korintiërs heeft zich bekeerd naar aanleiding van de 3e brief van Paulus. Er is echter nog een kleine groep die zich laat beïnvloeden door de welluidende sprekers in de regio die zich ook apostelen noemen, maar niet het evangelie van Jezus verkondigen.
- Vanuit deze setting schrijft Paulus vanuit Macedonië zijn 4e brief, onze 2 Korintiërs brief. En wederom schrijft hij dat hij graag weer langs wil komen.
Dit verhaal illustreert hoezeer de churchplanting in die regio een team effort was! Iedereen is onderweg om elkaar te steunen, te helpen, te collecteren. Alles voor de Missie! De grote opdracht die Jezus had gegeven: “Ga en maak alle volken tot mijn discipelen!”, dat doe je als team, als kerk en als familie van kerken.
Kritiek
Met deze achtergrond kunnen we begrijpen wat Paulus in zijn antwoordbrief schrijft. Als we de brief zorgvuldig doorlezen, dan kunnen we uit zijn antwoorden opmaken dat Paulus behoorlijk wat kritiek kreeg vanuit de leiders in Korinthe!
Kritiek, dat is ons allemaal bekend. Kritiek krijg je thuis, op je werk, op je kleding, op je muziekkeuze, op je gedrag, van je vriendinnen, collega’s, kinderen, ouders, enzovoort. “Nou, dat ene nummer ging nogal traag zeg, het was bijna niet mee te zingen” “Hou dat nou eens vast! Let eens op!” “Oh, dat heb je niet helemaal recht gemaakt” “Hm, dat is wel erg wollig taalgebruik, zal ik het even herschrijven?” “Is het eten nog niet klaar?” Mijn naasten zullen dit maar al te goed herkennen. Dit zijn allemaal voorbeelden zoals ik dit als kritiek zou kunnen uiten. Een van mijn slechte eigenschappen is namelijk dat ik enerzijds enorm kritisch ben over mijn eigen werk en dat van anderen, en anderzijds enorm gevoelig ben voor kritiek van anderen…
Hoe zit dat met kritiek? Hoe gaan we daarmee om? Wat leert de bijbel ons over kritiek?
Kritiek in het Oude Testament
Kritiek is van alle tijden uiteraard. Ik haal 3 bekende personen uit de tijd vóór Jezus erbij om een principe te illustreren dat als een rode lijn door de bijbel loopt:
- Mozes
- Saul
- David
Toen Mozes met het volk Israël door de woestijn heen trok kreeg hij continu kritiek over zich heen. “Serieus Mozes, Wáárom heb je ons deze woestijn in gebracht?” “Waarom heb je ons uit dat prachtige land Egypte gehaald in de verschrikkelijke stofnest?” (even vergetend dat ze daar als slaaf aan het werk waren). Een van de dieptepunten ontstaat wanneer een heel aantal Israëlieten hun kritiek omzet in een coup poging.
Numeri 16:1-11
1 Korach, de zoon van Jizhar, die een zoon was van Kehat, uit de stam van Levi, kwam tegen Mozes in opstand. Datan en Abiram (zonen van Eliab), en On (de zoon van Pelet), alle drie uit de stam van Ruben, deden met hem mee. 2 Er sloten zich nog 250 andere mannen bij hen aan. Het waren allemaal leiders van het volk, belangrijke mannen. Met z’n allen gingen ze naar Mozes en Aäron. 3 Ze dromden bij hen samen en zeiden tegen hen: “We hebben er genoeg van dat jullie vinden dat jullie onze leiders zijn. Want het hele volk is van God, en niet alleen maar jullie. De Heer woont bij het hele volk. Waarom moeten jullie dan zo nodig onze leiders zijn?” 4 Toen Mozes dat hoorde, wierp hij zich ter aarde. 5 En hij zei tegen Korach en alle mannen die met hem meededen: “Morgenvroeg zal de Heer laten weten wie Hij heeft uitgekozen om Hem te dienen. 6 Doe het volgende: breng allemaal een vuurpan, jij, Korach, en iedereen die met je is meegekomen. 7 Doe daar vuur in en leg er wierook voor de Heer op. Dan zal de Heer aanwijzen wie Hem mag dienen. Wees hier tevreden mee, Levieten!” 8 Verder zei Mozes: “Luister, Levieten! 9 Zijn jullie dan niet tevreden met de speciale taak die God jullie heeft gegeven? Hij heeft jullie uit het volk Israël uitgekozen om bij Hem te mogen komen. Jullie mogen Hem dienen bij de tent van ontmoeting. Jullie staan daar namens het volk. 10 Vinden jullie dat niet genoeg? Hij heeft jullie en alle andere Levieten uitgekozen om bij Hem te mogen komen! Willen jullie nu óók nog allemaal priester zijn? 11 Wat jullie hier doen, is een opstand tegen de Heer Zelf. Want jullie mopperen wel tegen Aäron, maar eigenlijk mopperen jullie tegen de Heer. Want wie is Aäron nu eigenlijk?”
Wat is de reactie van Mozes op deze kritiek?:
- Werpt zich ter aarde! Nederig, het gaat niet om hem. Het hele punt dat de mensen opbrengen wordt hiermee teniet gedaan: Mozes had deze job niet voor de status!
- Aandacht op God. “Morgen zal de Heer laten weten”
- Onderwijst met stevige taal.
In 1 Samuel 13 lees je een verhaal van Saul. Hij was net 2 jaar koning en verzamelde een legertje om zich heen. Zijn zoon Jonathan verjoeg een stel Filistijnen uit een plaats genaamd Geba, en uiteraard waren de Filistijnen not amused. Het nieuws ging heel Israël rond: “Saul heeft de Filistijnen verslagen die Geba bezet hielden. Nu zijn de Filistijnen kwaad op Israël.”. Een enorm leger Filistijnen kwam stelling nemen tegen Israël. Toen de Israëlieten dat grote leger zagen, werden ze bang. Ze vluchtten en verborgen zich in grotten, bosjes, spleten, holen en putten. 7 Sommigen vluchtten de Jordaan over naar het gebied van Gad en Gilead. Saul was nog steeds in Gilgal, terwijl zijn leger angstig bij hem bleef. 8 Hij wachtte zeven dagen, zoals Samuel hem had gezegd. Maar toen Samuel nog steeds niet naar Gilgal was gekomen, begon het volk bij hem weg te lopen. 9 Daarom zei Saul: “Breng mij de offerdieren.” Toen bracht hij zelf het brand-offer. 10 Hij was daar net mee klaar, toen Samuel kwam. Saul ging hem tegemoet om hem te begroeten. 11 Samuel vroeg: “Wat heeft u gedaan?” Saul antwoordde: “Het volk begon bij mij weg te lopen en u kwam niet op de afgesproken tijd. Maar het leger van de Filistijnen had zich al bij Michmas verzameld. 12 Toen werd ik bang dat de Filistijnen mij in Gilgal zouden aanvallen, zonder dat ik de Heer iets had geofferd. Toen heb ik moed gevat en heb zelf het offer gebracht.”
13 Waarop Samuel antwoordde: “Dan ben je een enorme stommerik”.
Wat is Sauls reactie op de kritiek van het leger (dat feitelijk zei: “Sorry Saul, maar volgens ons heb je t bij het verkeerde eind! We gaan er vandoor!”)
- Angst voor mensen, voor de Filistijnen én voor zijn eigen mensen
- Ongehoorzaamheid aan God waardoor hij feitelijk zichzelf boven God plaatst
- Hij is een rampzalig voorbeeld voor het volk dat hij moet leiden!
Tot slot het meest bekende verhaal: David bij Goliat.David kreeg van z’n vader de opdracht om zijn broer in het leger te eten te brengen, en te checken of ze nog leefden. Hij komt net aan bij het leger als de Filistijnen en de Israëlieten zich weer tegenover elkaar opstellen. David liet zijn spullen achter bij de bewaker van de legerbagage en liep naar het leger. Toen hij daar aankwam, vroeg hij aan zijn broers hoe het met hen ging. 23 Terwijl hij met hen aan het praten was, kwam de kampvechter Goliat, de Filistijn uit Gat, uit het leger van de Filistijnen naar voren. Hij zei dezelfde dingen als altijd en David hoorde het. 24 Toen de Israëlieten de man zagen, werden ze bang en sloegen op de vlucht.
25 De Israëlieten zeiden tegen elkaar: “Heb je die man gezien? Hij komt om Israël uit te dagen! Wie hem verslaat, krijgt van de koning een grote beloning. Bovendien mag hij met zijn dochter trouwen. En zijn familie zal geen belasting meer hoeven te betalen.” 26 Toen vroeg David aan de mannen die bij hem stonden: “Wat voor beloning krijgt de man die die Filistijn daar verslaat en de eer van Israël redt? Hoe durft die ongelovige Filistijn het leger van de levende God uit te dagen?” 27 Ze gaven hem hetzelfde antwoord als wat hij de anderen al had horen zeggen.
28 Toen Eliab, Davids oudste broer, David met de mannen hoorde praten, werd hij boos op hem. Hij zei: “Waarom ben je eigenlijk gekomen? Bij wie heb je dat handjevol schapen achtergelaten daarginds in de wildernis? Ik weet wel dat je overmoedig en stiekem bent. Je bent alleen maar gekomen om de strijd te zien.” 29 Maar David zei: “Wat heb ik verkeerd gedaan? Ik had toch een reden om te komen?” 30 Toen draaide hij zich om naar iemand anders en vroeg hem hetzelfde. En de mannen gaven hem steeds hetzelfde antwoord. En uiteindelijk als hij 1 op 1 tegenover de reus Goliat staat is dat heroïsche moment, de clash tussen een enorme vechtersbaas in gevechtstenue en een roodharige jongeman met een stok in z’n hand:
Goliat zei tegen David: “Ben ik soms een hond, dat je met een stok op mij afkomt?” En hij vervloekte David bij zijn goden. 44 Ook zei de Filistijn tegen David: “Kom maar eens hier! Dan voer ik je vlees aan de vogels en de wilde dieren!”
45 Maar David antwoordde hem: “Jij komt naar mij toe met een zwaard, een speer en een schild. Maar ik kom naar jou toe namens de Heer van de hemelse legers, de God van het leger van Israël, de God die jij hebt uitgedaagd. 46 Vandaag zal de Heer jou in mijn macht geven. Ik zal je verslaan en je hoofd afhakken. Vandaag zal ik de lijken van het leger van de Filistijnen aan de vogels en de wilde dieren voeren. Dan zal de hele wereld weten dat Israël een God heeft. 47 En al deze mensen hier zullen toegeven dat de Heer niet redt door zwaarden en speren. Want de Heer Zelf strijdt voor ons. Hij geeft jullie in onze macht.”
Davids reactie op kritiek van z’n oudere broer:
- “Wat heb ik verkeerd gedaan?”
- Verlegt de aandacht op God: “Hoe durft die ongelovige Filistijn het leger van de levende God uit te dagen?”
- In het moment vóórdat hij Goliat te lijf gaat geeft hij het volk Israel en de Filistijnen een stevig stuk onderwijs!
Kritiek in het Nieuwe Testament
Terug naar Paulus, de hoofdpersoon in deze preek. Hoe ging Paulus om met de behoorlijk heftige kritiek? We kunnen tot op zeker hoogte wel raden wat die minderheid in Korinthe over hem dacht:
“Hoor eens Paulus, wie ben jij om ons wat te vertellen? Je legt er wel heel erg de nadruk op dat jíj het gezag hebt gekregen van God” “En dan zei je wel dat je snel langs zou komen, nou daar is ook niet zoveel van terecht gekomen” “In je brieven sla je wel een stoere toon aan, maar als je bij ons bent, dan ben je maar een watje” “Nou, we horen hier wel betere verhalen hoor! Van echte mannen, die tenminste duidelijk zijn over hun status. Die verhalen die zij vertellen, dat zijn pas prachtige verhalen!” “Blijf maar gewoon in je eigen gebied, wij hebben hier prima apostelen. Die vragen ten minste een forse vergoeding, zoals het hoort! Jij durft niet eens geld te vragen voor je verhaal! Nou, dan zal het verhaal ook wel niet zoveel waard zijn.”
Ik denk dan: Wat?!? Serieus! Dit is wel Paulus waar je het tegen hebt hè? Heb je wel door wat die gast allemaal doet voor God? Wat hij allemaal heeft opgegeven? Wat hij heeft meegemaakt? Paulus, serieus, laat die gasten lekker links liggen joh. Er zijn nog genoeg andere gebieden, Spanje ofzo. Je weet wel, klop het stof van je sandalen af enzo?
Maar wat is de reactie van Paulus?
Uit het begin van de brief kunnen we opmaken dat zijn eerste reactie dezelfde was als Mozes. Hij gooit zichzelf als het ware “face down” op de grond.
“Het gaat niet om mij!! Alle eer is voor God! Wij lijden enorm maar krijgen troost van God. Als we ellende doormaken, dan is dat voor jullie, kerk in Korinthe! Als jullie maar bemoedigd en gered worden!”
Paulus gebruikt zijn eigen verhaal om Korinthe te laten zien dat alle hoop op God gevestigd moet zijn. In de doodsangst die team Paulus heeft doorstaan werd het maar al te duidelijk dat God de rots is waar ze zich aan vast moeten klampen. Dan schrijft team Paulus: “En ook jullie zijn ons tot steun door voor ons te bidden”
Wow… “Face down”, in alle nederigheid, terwijl hij net te horen heeft gekregen dat een deel van de kerk hem niet accepteert, hem niet al volwaardig aanziet. Neemt hij de laagste plaats en zegt zelfs dat hij steun krijgt van hen door hun gebed!
- “Het gaat niet om mij!”
Vervolgens schetsen Paulus en Timotheüs dat zij precies weten wat hen drijft: Zij laten zich leiden door de oprechtheid en zuiverheid die God van hen verlangt. Niet geleid door de wijsheid van de wereld, zoals die mooie woorden van die schijnapostelen, maar geleid door Gods genade. Hier slaat team Paulus een piketpaaltje: “Wat we al hebben gezegd, hebben we ook zo bedoeld!” Niet zwichten onder de kritiek, maar voet bij stuk houden.
Paulus schrijft ook direct de reden van hun drijfveer: Jezus Christus is ons fundament, en als er iemand was die oprecht en zuiver is, een man van zijn woord, dan is het Jezus wel! Daar willen we op lijken. Focus verleggen, kijk niet naar ons, kijk naar Jezus!
- “Het gaat niet om mij!”
- Focus verleggen op Jezus
Paulus hoeft zich niet te bewijzen of te verdedigen. De retorische vraag uit Korinthe was bedoeld om zijn persoon aan te vallen: “Wie ben je nou eigenlijk?”
Zijn antwoord is simpel: “Kijk naar jezelf, jullie zijn zelf het bewijs dat we een goede boodschap te brengen hebben! Niet onze mooie woorden, maar Gods Heilige Geest heeft jullie hart veranderd! Denk eens terug aan de tijd voordat wij kwamen? Zijn jullie niet veranderd? Dat is niet omdat wij zo mooi kunnen praten, nee hoor. Het is God die ons geschikt heeft gemaakt!” Paulus weet heel goed wie hij is en welke positie hem gegeven is door God.
Wie bent u, wie ben jij? Wat is je antwoord hierop? Is dat net als Paulus? Weet jij dat Jezus Christus je fundament is? Heb je die ultieme keuze al gemaakt? Klamp jij je met je hele leven vast aan de Rots van alle eeuwen? Er is niets belangrijker dan horen bij God. Daar kun je alle ellende verdragen, alle kritiek verduren, daar vind je een diepe rust die alles overstijgt, vrede.
Hoofdstuk 2 beschrijft hoe Paulus enorm geraakt was door de kritiek. Hij verzet zeker zijn piketpaaltje, de boodschap, absoluut niet, maar hij is zó betrokken bij deze jonge kerk! Daar gaat het hem om! En daarvoor gaat hij op z’n knieën, het gaat immers niet om hem, het gaat om de boodschap!
- “Het gaat niet om mij!”
- Focus verleggen op Jezus
- Diep betrokken
Al eerder in het verhaal werd iemand in Korinthe uit de gemeenschap gezet, een heftige straf in die tijd. Hij roept hen op hem te vergeven, anders verliest die persoon nog alle hoop!
Sterker nog: Paulus zegt: “Als ik hem iets te vergeven heb, dan doe ik dat omwille van jullie, voor Jezus. We moeten er namelijk oppassen dat Satan ons niet gebruikt!” Dit is zo belangrijk! Hoe vaak staat onze trots niet in de weg om simpelweg de laagste weg te gaan. Niet voor onszelf, maar juist om onszelf opzij te zetten voor de ander. Te dienen zodat de ander zal bloeien.
Die dienende houding moet niet verward worden met slap meebuigen met allerlei verschillende wind. In hoofdstuk 6 is Paulus super duidelijk. Hij WEET wie hij is en voor Wie hij werkt! Hij KENT zijn status. Ik weet wie ik ben en voor wie ik werk, ik ken mijn status! En dat maakt ons geen slappe vaatdoek, zoals Christenen vaak worden afgeschilderd. Integendeel, we vertegenwoordigen een enorm machtig Koninkrijk, met een oppermachtige Koning! En juist dat wordt in prachtig evenwicht gehouden door een nederige houding. Is dat niet wat Jezus ons voorleefde?
Fighting for the cause
Dit is nu de houding van Paulus: hij weet exact wie hij is en waar hij de autoriteit vandaan heeft, maar hij is nederig en enorm bewogen met de kerk in Korinthe. Hij is duidelijk over zijn roeping, zonder compromis. Alle kritiek die hij over zich heen heeft gekregen is ontwapend, de weg is klaar voor het doel: zijn onderwijs over de Kerk, leven met Jezus, de grootheid van God. Zoals Mozes en David onderwijs gaven na de kritiek, wat Saul had moeten voorleven, zo gaat het Paulus hierom: “Het draait om God! Het draait niet om mij”
De opdracht van Jezus is veel belangrijker dan kritiek op je persoon. Doe alles om de boodschap over te brengen, met je houding, je leven, een duidelijk standpunt naar je collega’s, een nederige houding vanuit de wetenschap dat je bij de Koning hoort.
Hoe ga je om met kritiek?
Misschien vind je het enorm lastig om kritiek te ontvangen. Misschien vind je het enorm lastig om geen kritiek te geven aan anderen. Misschien vind je dat net als ik allebei enorm lastig.
Als je kritiek te verduren krijgt, schakel dan direct terug. Stop en luister naar de ander, nederig kun je al zijn voordat je weet of de kritiek terecht is of niet! En als het onterecht is verandert dit niets aan jouw positie, want je weet wie je bent en bij wie je hoort. Vanuit de nederige houding kun je de focus verleggen, want het gaat niet om jouw persoon. Dan kun je onderwijzen.
Kritiek kan ook terecht zijn. Bedenkt dan óók dat het in dit leven niet gaat om jouw persoon. Voor mij persoonlijk vind ik het heel lastig om mijn trots opzij te zetten, mijn gelijk opzij te zetten. Maar ik leef niet voor mezelf! “Wij zijn als vreemdelingen hier een leven lang te gast” zegt dat nieuwe lied wat we al een paar keer hebben gezongen. Ik leef voor God eerst en door hem voor de ander. Ik heb nog een hoop te leren, maar daar ga ik voor.
En laten we een bewogenheid ontwikkelen voor onze medemens, onze collega’s, onze naasten waardoor we geneigd zijn eerder de positieve kanten te zien. De ander juist te bemoedigen in plaats van net weer die ene onvolkomenheid te benoemen.
Paulus schrijft dat wij christenen de tempel van de levende God zijn. Waar schrijft hij dat? Inderdaad, aan de Korintiërs, de meest recalcitrante, problematische, verdeelde kerk in de regio. De almachtige God denkt zoveel groter en positiever over mensen dan wij. Laten we daar een voorbeeld aan nemen. Laten we daarin diep geworteld zijn, dan weten op de juiste manier kritiek te ontvangen en op de juiste manier kritisch te zijn.
In Christ alone my hope is found
He is my light, my strength, my song
This Cornerstone, this solid ground
[1] Handelingen 18
[2] 1 Kor 5:9